Jaarstukken 2024

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Paginanummer in website: 214

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

In onderstaande tabel zijn de kortlopende vorderingen weergegeven volgens de voorgeschreven onderverdeling naar vorderingen op overheidslichamen, rekening-courant verhoudingen en overige vorderingen. De posten zijn onder de tabel afzonderlijk toegelicht, waarbij de overige vorderingen nog verder zijn gespecificeerd.

  31-12-2023 Nominaal bedrag Voorziening oninbaarheid 31-12-2024
Vorderingen op openbare lichamen 219.205 231.675 0 231.675
Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen 16.080 18.016 0 18.016
Overige vorderingen 186.727 262.961 108.068 154.893
Totaal uitzettingen  422.012 512.653 108.068 404.584

Vorderingen op openbare lichamen

De vorderingen op openbare lichamen bestaat voor het grootste gedeelte uit een vordering van €186,5 mln op het BTW- compensatiefonds. Het restant van € 45,2 mln heeft met name betrekking op ministeries, provincies, gemeenten, belastingen en waterschappen.

 

Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen

De post rekening-courant verhoudingen met niet financiële instellingen heeft voor € 5,6 mln betrekking op het NRF (Nationaal Restauratiefonds), en voor € 11,2 mln op het SVN (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten) en € 1,2 mln ETF-regeling (Energietransitiefonds).

 

Overige vorderingen

Onder de balanspost overige vorderingen is een grote verscheidenheid aan vorderingen opgenomen, waarvan onderstaand de grootste posten (na aftrek voorziening) zijn toegelicht.

  31-12-2023 31-12-2024
Belastingaanslagen 76.917 71.688
Bijstandsvorderingen 34.591 33.049
Parkeren 16.887 18.738
Vergunningen en Toezicht 7.923 10.814
Huren en exploitatiekosten 8.804 9.127
Overige vorderingen kleiner dan € 5 mln 41.604 11.477
Totaal 186.727 154.893

Belastingaanslagen

Opgelegde gemeentelijke belastingaanslagen van € 97,5 mln verminderd met de voorziening die is gevormd van € 25,8 mln voor oninbaarheid. 

Bijstandsvorderingen

De vorderingen bedragen in totaal € 83,1 mln (inclusief Tozo vorderingen van € 15,8 mln) waarvan € 50,1 mln als oninbaar is voorzien (aandeel Tozo in de voorziening bedraagt € 12,8 mln).

Parkeren

Het betreft hier door de gemeente Rotterdam opgelegde parkeerboetes en uitgegeven abonnementen, bezoekerspassen en vergunningen. Het gepresenteerde bedrag is verminderd met de voorziening voor oninbaarheid van € 24,6 mln.

Vergunningen en Toezicht 

Het betreft hier o.a.vergunningen vanuit Bouw en Woningtoezicht (BWT). Het gepresenteerde bedrag is verminderd met de voorziening voor oninbaarheid € 2,3 mln.

Huren en exploitatiekosten

Binnen de gemeente Rotterdam zijn vastgoed objecten in beheer die verhuurd of verkocht worden aan diverse partijen. Het gepresenteerde bedrag is verminderd met de voorziening voor oninbaarheid van € 1,7 mln.

Overige vorderingen kleiner dan € 5 mln

De overige vorderingen zijn niet toe te rekenen aan een specifieke soort vordering, maar wel te categoriseren naar taakvelden. Het saldo van de grootste taakvelden bedraagt € 19,5 mln, als volgt:

  • € 3,5 mln Wonen en bouwen
  • € 3,4 mln Afval-grondstoffen
  • € 3,2 mln Beheer overige gebouwen en gronden
  • € 2,2 mln Grondexploitatie
  • € 1,7 mln Openbaar groen en (openlucht)recreatie
  • € 1,7 mln Openbare orde en veiligheid-handhaving
  • € 1,3 mln Wijkteams en Wmo loketten
  • € 1,3 mln Begeleide participatie
  • € 1,2 mln Verkeer en vervoer (ontwikkeling)

Voor de vorderingen op openbare lichamen is een voorziening onder de overige vorderingen opgenomen van € 27,9 mln. Ten opzichte van de stand per 31-12-2023 is er op de “Uitzettingen in ’s Rijksschatkist met een looptijd < 1 jaar” afloop plaatsgevonden van € 32,0 mln.