Jaarstukken 2024

Bestuursopdrachten in de Zorgdomein

Paginanummer in website: 182

Bestuursopdracht Zorg

 

Wat willen we bereiken?

Bestuursopdracht Zorg (BOZ) 

Rotterdammers hebben steeds vaker een hulpvraag. De druk op zorgmedewerkers groeit door de stijgende hulpvraag. Zorgorganisaties en gemeente krijgen de zorg steeds moeilijker georganiseerd, terwijl het personeelstekort al groot is. Daarnaast zijn de zorguitgaven van de gemeente de afgelopen jaren fors gestegen. Het budget van het Rijk groeit nog onvoldoende mee. Kortom, de zorg wordt voor de gemeente onbetaalbaar en voor de zorgorganisaties onuitvoerbaar. Maatregelen zijn nodig om ook voor de volgende generatie Rotterdammers de zorg houdbaar, uitvoerbaar en betaalbaar te houden. Het uitwerken en implementeren van maatregelen vindt plaats vanuit de Bestuursopdracht Zorg. 

Regionale Bestuursopdracht Kostenbeersing (RBOK) 

Het doel is om het Rotterdamse Jeugdstelsel financieel houdbaar te houden zodat de kinderen die de zorg hard nodig hebben dit kunnen blijven krijgen. Daarnaast blijven de bijdragen vanuit het Rijk achter op de groei van jeugdzorgkosten die wij als gemeente doormaken. Sinds 2023 zijn de kosten op zeer specialistische jeugdhulp bijzonder hard gegroeid en zijn maatregelen nodig om deze te remmen. Vanuit de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rotterdam (GRJR) heeft het bestuur opdracht gegeven om regionaal 51 maatregelen uit te werken. Ook is een bestuurlijke opdracht gegeven tot invulling van een extra ambitie om de kosten te remmen. 

 

Hoe meten we dat?

Tabel: inschatting financieel effect van de maatregelen in mln euro’s

Uitgangspunten BOZ Begroting 2024 Inschatting Realisatie 2024 Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027 Raming 2028
Normaliseren van zorgvragen/welzijn gerichter inzetten 2,8 3,4 3,9 4,6 4,7 4,7
Prioriteren van zorg 13,6 12,4 31,3 40,7 46,4 46,4
Efficiënter en effectiever werken 15,6 10,6 20,9 25,5 27,6 27,6
Niet elke hulpvraag is een zorgvraag 1,2 1,1 3,1 7,4 8,1 8,1
Totaal 33,2 27,5 59,2 78,2 86,8 86,8
Taakstellende financiële reeks opgenomen in coalitie akkoord 33,0 33,0 47,0 62,0 62,0 62,0

Het is niet mogelijk om een 1-op-1 relatie te leggen tussen de BOZ maatregelenreeks uit de begroting en de realisatiecijfers in de jaarrekening. De maatregelenreeks is opgenomen in de begroting als een verlaging van de lasten: de vastgestelde begroting houdt dus al rekening met een daling in de groei van de zorguitgaven. Daarnaast zijn er veel externe en interne factoren die het gebruik van zorg en zorguitgaven beïnvloeden. Daarin is het niet mogelijk om precies te bepalen welke effecten de BOZ precies 1-op-1 heeft op de zorguitgaven.  

We hebben een inschatting gemaakt (zie onderstaande tabel) van de resultaten van de maatregelen. De inschatting is dat de maatregelen in 2024 minder hebben opgeleverd dan benodigd voor de gehele invulling van de financiële reeks. De reden hiervoor is dat een aantal maatregelen vertraging hebben opgelopen in de implementatie. Als we kijken naar de begroting vs. realisatie blijkt dat we voor Wmo arrangementen binnen de begroting zijn gebleven. Bij Jeugd (zowel lokaal als regionaal) is er een overschrijding van de begroting. Deze tendens zien we ook terug bij de maatregelen. Binnen de Wmo worden maatregelen consequent toegepast. Bij Jeugd worden de maatregelen conform afspraak toegepast door de wijkteams en gemeentelijke indicatiestellers. De indicaties die verlopen via de huisartsen of Gecertificeerde instellingen wijken vaak nog af van de maatregelen. 

Toelichting indicatoren

Bestuursopdracht Zorg (BOZ)

De volgende maatregelen dragen bij aan het uitgangspunt ‘Normaliseren van zorgvragen/ welzijn gerichter inzetten’: 

Wmo 

  • Rotterdammers met een lichte en/of zeer kortdurende hulpvraag doorgeleiden naar het aanbod van welzijns- en wijknetwerkpartners.
  • Beter gebruik van het voorliggend veld door het doorgeleiden van Rotterdammers naar niet-geïndiceerde dagbesteding.
  • Welzijn op recept.
  • Het doorverwijzen naar het voorliggend veld of wijkteam bij lichte ondersteuningsvraag.
  • Sneller uitstromen uit dagbesteding naar leren en werk. 

De volgende maatregelen dragen bij aan het uitgangspunt ‘Prioriteren van zorg’: 

Jeugd 

  • Scherper herindiceren: voldoende is goed genoeg.
  • Terugdringen hoge weekbedragen Jeugd.
  • Het beperken van de inzet van opvoedondersteuning voor ouders en omgeving bij 18+. 

Wmo 

  • Voorkomen van onnodige/onuitvoerbare zorgstapeling door te sturen op minder intensieve indicaties.
  • In geval van re-integratieverplichtingen conform uitkering wordt er geen dagbesteding vanuit de Wmo geïndiceerd.
  • Sturen op lagere vervolg- en herindicaties. 
  • Streven naar maximaal 3 jaars indicatie voor extramurale ondersteuning.
  • Van beschermd wonen naar beschermd thuis wonen GGZ. 
  • Van beschermd wonen naar beschermd thuis wonen Verstandelijk Beperkt (VB).
  • Kleding wordt niet meer gestreken.
  • Zorgaanbieders kijken bij huidige cliënten welke huishoudelijke ondersteuning niet meer nodig is. 
  •  Binnen de ondersteuning vanuit de Wmo wordt een maximaal weekbedrag ingevoerd. 

De volgende maatregelen dragen bij aan het uitgangspunt ‘Efficiënter en effectiever werken’: 

Jeugd 

  • Behandeling 18+ niet indiceren door gemeente, maar verwijzen naar zorgverzekering waar deze thuishoort.
  • Ondersteuning 18+ niet indiceren bij Jeugd, maar bij Wmo waar deze thuishoort.
  • Het ontwikkelen van een concreet afwegingskader voor arrangementen met een hoog weekbedrag. 
  •  Beperken aantal arrangeurs. 
  • Invoeren van flexibel op- en afschalen.
  • Verwijzen via Jeugd GGZ knooppunt en niet meer direct.
  • Duur verlengde jeugdhulp terugbrengen.
  • Actief zorgen dat jeugdigen naar WLZ doorstromen als zij daar thuishoren.
  • Extra administratiekosten bij onderaannemerschap schrappen. 

Wmo 

  • Invoeren van flexibel op- en afschalen in de variant van deeldeclareren.
  • Hanteren van een ingroeipad op geïndiceerde dagbesteding.
  • Vergroten van kostenbewustzijn door te werken met (virtuele) deelbudgetten of budgetplafonds per toegangspunt. 
  • GGZ-cliënten meer begeleiden in groepsverband ipv individueel.
  • Optimaliseren proces in-, door- en uitstroom bij GGZ. 

Algemeen 

  • Controles PGB proces + verbeteren proces toezicht rechtmatigheid. 
  • Controles op niet geleverde zorg. 
  • Sturingseffect. 

De volgende maatregelen dragen bij aan het uitgangspunt ‘Niet elke hulpvraag is een zorgvraag’: 

Jeugd

  • Verminderen uithuisplaatsingen door brede hulp op alle leefgebieden. 

Wmo 

  • Inzet van reablement bij ouderen. 

Algemeen 

  • Pilots om bestaanszekerheid te vergroten. 

Regionale Bestuursopdracht Kostenbeheersing (RBOK)

Het is niet mogelijk om een 1-op-1 relatie te leggen tussen de RBOK-maatregelenreeks vanuit de begroting en de realisatiecijfers in de jaarrekening van de gemeente. Zoals eerder is toegelicht wordt de RBOK op regionaal niveau beoordeeld. Op basis van deze analyse kunnen kan de conclusie worden getrokken dat de kosten van regionale jeugdzorg lager liggen dan door de GRJR begroot voor 2024. Voor de gemeente Rotterdam geldt dit niet: de kosten voor regionale jeugdzorg zijn in de jaarrekening € 5 mln hoger dan begroot. Bij de Tweede Herziening 2024 en bij de Eindejaarsbrief 2024 heeft echter geen bijstelling van de begroting plaatsgevonden, omdat er nog onvoldoende zekerheid was over de juistheid van de toen beschikbare eindejaarsprognose op dit onderdeel. De gemeente Rotterdam heeft daarvoor in de plaats een financieel risico van € 25 mln opgenomen in de risicoparagraaf bij de Tweede Herziening 2024. 

Daarnaast heeft de gemeente boven op de RBOK een extra ambitie geformuleerd die ingevuld moet worden met Rotterdamse maatregelen. In 2024 was hier nog geen financiële doelstelling aan gekoppeld. Inmiddels zijn hiervoor maatregelen bedacht en uitgewerkt. Deze maatregelen worden naar verwachting in 2025 ingevoerd. 

Wat hebben we in 2024 bereikt en gedaan?

Bestuursopdracht Zorg (BOZ)

Op 30 mei heeft de gemeenteraad het aanvullende plan ‘Passende zorg voor Heel de stad” vastgesteld. Het doel is dat maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp - nu en in de toekomst - houdbaar, uitvoerbaar en betaalbaar zijn. Uitgangspunten: 

  • Niet elke hulpvraag is een zorgvraag. Er wordt gestreefd naar het wegnemen van de grondoorzaken van zorgvragen en het bevorderen van een gezonde leefstijl en bestaanszekerheid. Zorg is niet altijd de enige of beste oplossing. 
  • Uitgangspunt is iemands gezondheidspotentieel. De focus ligt op wat iemand wel kan, belangrijk vindt en eventueel wil en kan veranderen. 
  • Zorgvragen worden genormaliseerd, onder andere door de verwachting te uiten dat mensen – met steun van elkaar - tegenslagen verduren. 
  • De gemeente zet - waar mogelijk - preventie en welzijn gerichter in, om een deel van de zwaardere zorg te voorkomen, uit te stellen of te vervangen door een beter passend en betaalbaarder aanbod. 
  • Bij de verdeling van middelen en capaciteit geeft de gemeente prioriteit aan het leveren van geïndiceerde zorg aan inwoners die deze zorg het hardst nodig hebben. Om zorg voor hen beschikbaar te houden wordt wanneer dat kan elders zorg geminderd. 
  • De gemeente zoekt naar efficiëntere en effectievere manieren om met beperkte middelen om te gaan. 

Maatregelen dragen bij aan het doel om schaarse middelen gerichter in te zetten. Zodat de ruimte ontstaat om passende zorg te blijven bieden aan de meest kwetsbaren. Inmiddels zijn er drie sets maatregelen gepresenteerd. Alle maatregelen dragen bij aan de uitvoering van bovenstaande uitgangspunten.  

In totaal zijn er 36 maatregelen gepresenteerd. Eind 2024 waren er hiervan 32 ingevoerd. De volgende maatregelen hebben vertraging opgelopen en worden in de loop van 2025 ingevoerd: 

  • De Jeugdmaatregel ‘Actief zorgen dat jeugdigen naar Wet langdurige zorg doorstromen als zij daar thuishoren’. Deze maatregel is tevens een RBOK-maatregel en wordt dus vanuit de regionale context uitgewerkt binnen de GRJR. De afstemming met de andere gemeenten binnen de GRJR kost meer tijd dan voorzien. 
  • De Wmo-maatregel ‘Inzet van reablement bij ouderen - ergotherapeut en beweegprogramma’s’. De verwachting is dat rond de zomer van 2025 gestart kan worden. De werving en positionering van ergotherapeuten kost tijd. Daarnaast is de uitvoering van de maatregel bij indicatiestellers complex door wettelijke afhandelingstermijnen. 
  • De Wmo-maatregel ‘Zorgaanbieders kijken bij huidige cliënten welke huishoudelijke ondersteuning niet meer nodig is’. Deze maatregel bestaat uit allerlei onderdelen die met de nieuwe inkoop Wmo per 1 januari 2025 ingaan. 
  • De Wmo-maatregel ‘Virtuele deelbudgetten’. De uitwerking heeft opstartproblemen gehad door de informatiestop. Daarna zorgde de nieuwe inkoop van Wmo voor andere budgetindeling en wijzigingen in het arrangementenmodel. Nu de nieuwe inkoop van start is gegaan wordt gewerkt aan de invoering van deze maatregel. 

Regionale Bestuursopdracht Kostenbeheersing (RBOK)

Op 16 februari 2024 heeft het Algemeen Bestuur van de GRJR opdracht gegeven om de 51 maatregelen op te pakken. 51 maatregelen in regionale zin zijn te veel om in één keer te kunnen oppakken. Daar is een programmastructuur aangegeven en een indeling in vier clusters, zoals in een technische sessie aan de raad in september 2024 is meegegeven. Het eerste jaar had als doel om de groei met circa € 1,6 mln te remmen. Daarvoor zijn meerdere maatregelen uitgewerkt zoals:  

-     2-maandelijkse rapportage (hiermee bijna maandelijkse monitoring op regionale uitgaven); 

-     Geen opslag voor onderaannemers; 

-     1 op 1 kader is uitgewerkt en wordt nu wetenschappelijk getoetst aan de praktijk 

Naast de verdere uitwerking en implementatie van de 51 maatregelen worden in Rotterdam aanvullende maatregelen bedacht en uitgewerkt. Deze maatregelen moeten bijdragen aan de nodige systeemveranderingen in het Rotterdamse jeugdstelsel, om zo binnen onze financiële kaders te kunnen blijven.