Voorjaarsnota 2025

Grondslagen

Paginanummer in website: 223

Grondslagen

Als basis voor het opstellen van de begroting zijn diverse algemene grondslagen van toepassing, waaronder verschillende bepalingen vanuit de Gemeentewet, het Besluit begroting en verantwoording (BBV), de begrotingscirculaire vanuit de provincie Zuid-Holland, de Verordening financiën Rotterdam en Regeling financiën Rotterdam. Daarnaast zijn er verschillende specifieke kaders en uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn terug te vinden in de paragrafen. In dit onderdeel worden enkele algemene principes toegelicht die voor alle programma’s en taakvelden gelden.

Overhead

Alle overheadkosten worden apart weergegeven in het Overzicht van baten en lasten. Overhead omvat zowel de algemene (concernbrede) bedrijfsvoeringsondersteuning als het management en -ondersteuning van alle organisatieonderdelen binnen het concern.

Raming gemeentefonds

De raming van het gemeentefonds is gebaseerd op de decembercirculaire 2024 en inschattingen voor loon- en prijsontwikkelingen op basis van de CPB-raming van februari 2025 (CEP).

Indexering

De gemeentebegroting wordt in principe jaarlijks bijgesteld voor de verwachte loon- en prijsontwikkelingen. Deze bijstelling wordt gebaseerd op de geraamde ontwikkeling van verschillende indices uit het Centraal Economisch Plan (CEP) dat het Centraal Planbureau (CPB) heeft gepubliceerd in februari 2025. Voor de twee voorafgaande begrotingsjaren vindt nacalculatie plaats. Bij de Voorjaarsnota 2025 is een proefberekening gemaakt en zijn meerjarig bedragen gereserveerd voor de indexatie naar prijspeil 2026. De verwerking naar de betreffende programma’s vindt plaats bij de Begroting 2026/Tweede Herziening 2025.

Toen de proefberekening voor de Voorjaarsnota werd gemaakt was er nog geen principe-akkoord bereikt over de Cao Gemeenten. Zodoende is er in de proefberekening nog gerekend met een prijsontwikkeling van 2,50% voor loongevoelige budgetten (en afgeleide indices) op basis van het CEP. Inmiddels is er echter een principe-akkoord bereikt over de Cao Gemeenten 2025-2027. Hierin wordt voorzien in een hogere loonontwikkeling voor 2026 dan waar rekening mee was gehouden. Dit zal leiden tot een structureel negatieve begrotingsbijstelling die wordt verwerkt in de Begroting 2026/Tweede herziening 2025. Deze begrotingstegenvaller is al eerder vermeld als een risico in het weerstandsvermogen. 

Onderstaand zijn de percentages van veelvuldig gebruikte indexen opgenomen: 

Indexcategorie Percentage 2026
Personeel (inclusief inhuur) 2,50
Tarieven belastingen, leges en retributies 3,60
Zorgbudgetten 5,17
Subsidies 4,03
Materieel 7,60

Omslagrente

Het renteomslagstelsel is geregeld in de gemeentelijke regelgeving. Dit stelsel houdt in dat de gemeentelijke financieringskosten aan de gemeentelijke programma's worden doorberekend op basis van de boekwaarde van de onderliggende investeringen. De rente die hiervoor wordt gehanteerd is de omslagrente investeringen. Deze rente wordt jaarlijks vastgesteld op basis van richtlijnen van de commissie BBV.

Als gevolg van de hoger blijvende marktrente wordt de omslagrente investeringen met ingang van 2025 verhoogd van 2,0% naar 2,5%. Ook de bespaarde rente die wordt berekend over de reserves en voorzieningen wordt met ingang van 2025 verhoogd van 2,0% naar 2,5%. Door een wijziging in de BBV-regels wordt het begrote interne omslagpercentage dat wordt toegerekend aan de bouwgronden in exploitatie (BIE) met ingang van 2025 gelijkgesteld aan de omslagrente investeringen. Deze stijgt daardoor met ingang van 2025 van 1,2% naar 2,5%. Verder bestaan er specifieke regels voor het toerekenen van rente aan de pensioenvoorziening bestuurders. Het hiervoor geldende rentepercentage wordt met ingang van 2024 al verhoogd van 2,472% naar 3,16%.