Voorjaarsnota 2025
HRO
Paginanummer in website: 206HRO
Verzuim
Het gemiddelde verzuim van de afgelopen 12 maanden lag eind april 2025 op 7,7%. Dat is 0,3% hoger dan eind 2024 en 0,8% hoger dan een jaar geleden. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door een verdere stijging van het langdurig verzuim.
Het voortschrijdend verzuimpercentage is samengesteld uit de gegevens van de 12 maanden ervoor en omvat daarmee alle seizoenen. In voorgaande jaren hadden de zomermaanden een lager verzuimpercentage. Deze trend is sinds vorig jaar minder duidelijk zichtbaar; de pieken van de wintermaanden zijn langer verspreid en de daling in de zomermaanden is minder groot. Deze trend is dan ook direct terug te zien in de stijging van het voortschrijdend verzuimpercentage en voornamelijk het langdurig verzuim.
In verschillende clusters is het verzuim actief geanalyseerd en zijn gericht maatregelen getroffen. Voorbeelden daarvan zijn het inrichten van een team voor complexe verzuimgevallen en het actiever sturen op gedrag van zowel leidinggevende als medewerker. Verbeteringen in het proces zijn doorgevoerd en worden gemonitord.
Hoewel er op meerdere fronten stappen worden gezet, blijft de urgentie onverminderd hoog. De stijging van het verzuimpercentage onderstreept de noodzaak om niet alleen door te gaan met de bestaande initiatieven, maar ook kritisch te evalueren of de inzet voldoende effect heeft. Leidinggevenden moeten verzuim niet alleen signaleren en verklaren, maar ook daadwerkelijk ervaren als een probleem dat aangepakt moet worden. Dat vraagt verdere aandacht voor het versterken van de gedragsmatige aanpak, het minimaliseren van medicalisering en het creëren van een uniforme verzuimaanpak voor de gehele organisatie met meer focus op preventie en inzetbaarheid.
Bemensing en arbeidskosten
In- en uitstroom
Vanaf 1 januari van dit jaar is de instroom 5% lager dan de uitstroom. Dit vertaalt zich ook naar een lagere bezetting ten opzichte van eind 2024 (-9 fte). In totaal zijn in de eerste vier maanden van 2025, 394 nieuwe collega’s gestart bij de gemeente Rotterdam en zijn 416 medewerkers de organisatie uitgestroomd.
Stages
De bijgestelde ambitie uit het coalitieakkoord is om 600 stageplaatsen per jaar te realiseren. In 2025 zijn er tot en met april 334 stagiairs gestart. Hiermee is 56% van de ambitie gerealiseerd. De ervaring leert dat in de stageperiode vanaf september de meeste stages worden uitgevoerd. In het coalitieakkoord is ook aandacht voor mbo-stages. Van het aantal gestarte stagiaires in 2025 tot en met april komt 29% uit het (v)mbo.
Formatie en bezetting
Arbeidskosten
Arbeidskosten bestaan uit loonkosten (medewerkers in dienst van de gemeente Rotterdam) en kosten van ingehuurde medewerkers.
De Eerste herziening 2025 laat een stijging van de begrote arbeidskosten zien van +€ 8,5 mln. De formatie bij de Begroting 2025 is ten opzichte van de Tweede herziening 2024 met 415 fte afgenomen. Met de Eerste herziening 2025 is er 91 fte bijgesteld. De bijstellingen van de begroting en formatie zijn verdeeld over verschillende programma's. De hoofdlijnen van de mutaties in de Eerste herziening zijn hieronder toegelicht op zowel loonkosten, kosten externe inhuur als formatie.
- Programma Volksgezondheid (+€ 4,5 mln, waarvan +€ 4,0 mln loonkosten en +€ 0,5 mln inhuur). Bij het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling is een bijstelling gedaan om budgetten en formatie in een lijn te brengen. Ook is een bijstelling op het budget voor de oprichting van de afdeling CMO. Voor inhuur is bijgesteld in 2025 voor data-analyse, onderzoek en coördinatie van infectieziektebestrijding en pandemische paraatheid en het programma Nu niet zwanger bij de regiogemeente.
- Programma Werk & Inkomen (+€ 3,8 mln, waarvan +€ 2,3 mln loonkosten en +€ 1,5 mln inhuur). Binnen het programma is er een verschuiving in loonkosten waarbij de formatie van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling voor de afdeling Prestatie010 naar het cluster Werk & Inkomen is overgeheveld. Voor het cluster Werk & Inkomen is het inhuurbudget bijgesteld ten behoeve van verwachte UWV-bijdragen voor verzuim en zwangerschap. Bij het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling is het beschikbare budget opnieuw verdeeld over de FSK’s waarbij meer aansluiting is bij de huidige bezetting.
- Programma Beheer van de Stad (+€ 1,5 mln, waarvan +€ 0,1 mln loonkosten en +€ 1,4 mln inhuur)
- Programma Stedelijke Ontwikkeling (-€ 9,3 mln, waarvan (+€ 2,0 mln loonkosten en -€ 11,3 mln inhuur). Bij het cluster Stadsbeheer wordt de financiële bijstelling grotendeels veroorzaakt door extra middelen die zijn toegekend voor de toeslagen onregelmatige diensten. Door verandering van roosters en bezetting was hier structureel te weinig budget voor. Daarnaast heeft er een herverdeling van de opgave voor Kiezen voor Rotterdam plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot een aanpassing in de formatie. Dit is grotendeels zonder financiële impact, maar heeft wel geleid tot een aanpassing van de formatie (+11 fte). Bij het cluster Stadsontwikkeling heeft de directie DBO met 1,5 fte de formatie uitgebreid en is er nog voor 8,5 fte formatie bijgesteld om de financiële begroting in balans te brengen met de formatie. Voor inhuur is een bijstelling gedaan door de actualisatie en inboeking van het werkpakket 2025. Hierbij is de vraagkant van het werkpakket meer in balans gebracht met de capaciteitskant van de afdeling.
- Programma Overhead (+€ 5,0 mln, waarvan +€ 0,3 mln loonkosten en +€ 4,8 mln inhuur). Bij het cluster Bestuurs- en concernondersteuning is het inhuurbudget verhoogd voor meer inhuur van declarabele projecten en beveiliging. De begroting in loonkosten is in balans gebracht met de formatie en daarmee met 7 fte opgehoogd.
- Programma Energietransitie (-€ 2,0 mln, waarvan -€ 2,0 mln inhuur). Deze bijstelling in het cluster Stadsontwikkeling betreft een correctie op het werkpakket voor inhuur.
- Programma Veilig (+€ 3,6 mln, waarvan +€ 3,2 mln loonkosten en +€ 0,4 mln inhuur). Bij de directie Veilig is in 2025 7 fte tijdelijke formatie toegevoegd en 1 fte structurele formatie overgedragen aan andere clusters. Daarnaast is een ophoging van het personeelsbudget en inhuurbudget van de regionale samenwerkingsverbanden n.a.v. hun jaarplan 2025 (de gemeente Rotterdam is slechts kassier voor deze onderdelen). Ook is er een ophoging naar inhuurbudget door verschuiving vanuit materieel budget ten behoeve van inhuur van juridisch advies voor de intensivering van Ondermijning. Bij het cluster Stadsbeheer is een ophoging van het personele budget door de aanpak van Ondermijning 2025. Het budget hiervoor wordt verstrekt door de directie Veilig (verschuiving binnen het programma). Daarnaast zijn de budgetten voor de toeslagen onregelmatige dienst in overeenstemming gebracht met de veranderde roosters en bezetting. Hier was sprake van een structureel tekort, waarvoor extra algemene middelen zijn toegekend bij deze voorjaarsnota.
- Programma Armoede, Schuldhulpverlening, Inburgering en Samenleving (+€ 0,5 mln, waarvan +€ 0,6 mln loonkosten en -€ 0,2 mln inhuur). Bij het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling is met deze bijstelling de formatie en het budget met elkaar in lijn gebracht. Voor inhuur is er een overheveling naar de CMO (nieuwe Centrale afdeling van MO).
- Programma Bestaande Stad (-€ 3,8 mln, waarvan +€ 0,2 mln loonkosten en -€ 4,0 mln inhuur). Het cluster Stadsontwikkeling laat een bijstelling zien door een afname in formatie door herstelmutaties. De bijstelling op inhuur vindt zijn oorzaak in het geheel door de actualisatie en de inboeking van het werkpakket 2025. Doordat de vraagkant van het werkpakket meer in balans is gebracht met de capaciteitskant van de afdeling is er een afname op het inhuurbudget te zien.
- Programma Onderwijs (+€ 2,3 mln, waarvan +€ 2,3 mln loonkosten). Bij het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling heeft de bijstelling betrekking op een aanpassing in de formatie door een ontvangen beschikking vanuit het Ministerie van Onderwijs en Preventie met Gezag. Ook is een correctie doorgevoerd voor Kiezen voor Rotterdam.
- Programma Dienstverlening (-€ 1,1 mln, waarvan -€ 1,1 mln loonkosten). Bij het cluster Dienstverlening betreft dit een incidentele taakstellende opgave voor 2025 om binnen het begrotingsprogramma de apparaatslasten te verlagen door o.a. het niet of later invullen vacatures. De formatie blijft gelijk.
- Programma Zorg, welzijn en wijkteams (+€ 3,0 mln, waarvan +€ 3,5 mln loonkosten en -€ 0,5 mln inhuur). Bij het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling zijn budget en formatie in lijn gebracht. Door de samenvoeging van afdelingen zijn de budgetten overgeheveld en de formatie volgt nog bij de tweede herziening. Voor inhuur zijn budgetten deels komen te vervallen door samenvoeging van afdelingen.