Voorjaarsnota 2025

Financieel beeld 2025-2029

Paginanummer in website: 6

Financieel beeld 2025-2029

Onder het Financieel beeld 2025-2029 wordt op hoofdlijnen het meerjarige financiële beeld toegelicht:

  • de grootste mee- en tegenvallers die leiden tot de belangrijkste bijstellingen van de meerjarige begroting
  • de ontwikkeling van de belangrijkste financiële kengetallen die inzicht geven in de financiële gezondheid van de gemeente
  • en de ontwikkeling van de gemeentelijke reserves

Bij de Voorjaarsnota 2025 vindt een integrale afweging van beleidskeuzes en het bijbehorend financieel kader plaats. 

Bij besluitvorming over het meerjarige financiële beeld wordt gestuurd op een positief structureel exploitatiesaldo en een weerstandsvermogen van 1.0 in 2026 en 2029. In deze Voorjaarsnota 2025 wordt meerjarig een weerstandsvermogen rond de 1.0 gepresenteerd in alle jaren, waarbij 2026 en 2029 voldoen aan het criterium. Daarnaast loopt het structureel exploitatiesaldo op en is positief vanaf 2026.

 

Belangrijkste bijstellingen

Bij de Voorjaarsnota 2025 en Eerste herziening 2025 zijn enkele tegenvallers aan het licht gekomen die drukken op de gemeentelijke financiën. De structurele uitdagingen zitten, bijvoorbeeld, in het maatschappelijk domein van de Zorg en de prijsstijgingen in afvalverwerking en beheer & onderhoud. Daartegenover staan, onder andere, meeropbrengsten bij belastingen en incidentele meevallers uit de herwaardering van verkooppanden. Bovendien is er gekeken naar onderbesteding binnen de begrotingsprogramma’s om zo een herverdeling te maken van de gemeentelijke middelen. Op deze manier wordt een sluitend financieel beeld gepresenteerd waarbij de financiële tegenvallers voornamelijk gedekt kunnen worden met beleidsarme en/of technische maatregelen.

Voor alle gemeenten geldt dat de financiën onder druk staan. Vaak wordt gesproken over het ravijnjaar 2026. Vooruitlopende op het ravijnjaar zijn in de Voorjaarsnota 2023 en 2024 al verschillend structurele bezuinigingsmaatregelen genomen. Deze maatregelen hebben een financiële basis gelegd om ondanks het ravijnjaar de meerjarenbegroting weer sluitend te krijgen. Ook blijft het een uitdaging om de taken die de gemeente krijgt vanuit het Rijk uit te voeren terwijl de financiële dekking achter loopt. Desalniettemin stuurt het college in deze laatste voorjaarsnota van de bestuursperiode op het goed achterlaten van de gemeentelijke financiën.

Hieronder is een overzicht opgenomen van de belangrijkste bijstellingen die in deze Voorjaarsnota 2025 worden voorgesteld. Een uitgebreide toelichting op de wijzigingen staat onder het kopje Financiën van het programma waarop de bijstelling van toepassing is. Een overzicht van alle bijstellingen is te vinden onder op de pagina Samenvatting bijstellingen (webpagina 7). Het verloop van begrotingsbijstellingen per programma over de verschillende P&C-producten heen, staat op de pagina Vergelijking begrotingssaldi (webpagina 8). Ook is er weer een Excel-bestand beschikbaar met alle begrotingsbijstellingen sinds de Begroting 2025.

Jeugdhulp

Aan de hand van de (bijgestelde) Kadernota 2026 van de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) is een nieuwe meerjarenprognose opgesteld. Die laat inclusief de verwachte besparingen door de Regionale Bestuursopdracht Kostenbeheersing (RBOK) en de Rotterdamse extra ambitie (RBOK+) een beperkte kostenstijging zien. De begroting wordt bijgesteld met € 7,5 mln in 2025 en € 4,2 mln vanaf 2026. Bovendien wordt het persoonsgebonden budget Jeugd structureel hersteld. Deze was ten onrechte vrijgevallen bij de Voorjaarsnota 2024. Hierbij is uitgegaan van realisatiecijfers 2024.

Eigen bijdrage WMO

De invoering van het wetsvoorstel Eerlijker eigen bijdrage is uitgesteld naar 2027. Voor de inhoudelijke contouren van het wetsvoorstel (zoals nu bekend) is een voorlopige doorrekening gemaakt van het financiële effect. Dit leidt tot een noodzakelijke neerwaartse bijstelling van de begrote ontvangsten eigen bijdrage met € 18,0 mln in 2026, € 9,2 mln in 2027 en € 5,4 mln vanaf 2028.

Groeimiddelen

De gemeente investeert elk jaar € 100 mln (prijspeil 2020) in investeringen die de groei van de stad accommoderen. Om de toekomstige kapitaallasten te dekken wordt jaarlijks een deel van de groei van algemene dekkingsmiddelen aan de RIM toegevoegd.

Afvalverwerkingsbudgetten

De gebruikte indexering van de gemeente op de afvalverwerkingsbudgetten van huishoudelijk afval, grofvuil en gft/e van de afgelopen vier jaar komt niet overeen met de werkelijke indexering van deze kosten. Dit heeft geleid tot een meerjarig onvermijdelijk knelpunt in de begroting. Met deze bijstelling van € 3,7 mln. wordt dit rechtgetrokken.

Gemeentefonds + indexatie

Het positieve resultaat voor 2025 komt voort uit een positieve bijstelling van het prijsaccres door het Rijk op basis van de meest recente CPB-raming (€ 17,5 mln) en de behoedzaamheidsreserve die werd aangehouden binnen het gemeentefonds voor een eventuele negatieve bijstelling van het prijsaccres (€ 5 mln) en de ontwikkeling van het gemeentefondsmaatstaf Huishoudens met een Laag Inkomen (€ 7,5 mln). Het prijsaccres voor 2026 en verder wordt benut ter dekking van de indexatie 2026 en verder.

Meeropbrengsten belastingen

Door nieuwe inzichten in de waardering van vastgoedobjecten, de uitbreiding van het areaal en investeringen in voorgaande jaren, verwacht de gemeente hogere baten, zowel bij de OZB voor woningen als bij de OZB voor niet-woningen. Daarnaast wordt een stijging van de baten bij de precariobelasting verwacht door de toename van het aantal bouwplaatsen in de afgelopen jaren.

Actualisatie verkoopplanning

De geplande verkoop van vastgoed is in 2024 vertraagd. De verkoopopbrengsten worden nu verwacht in 2025 (€ 7,7 mln) en 2026 (€ 7,5 mln). De verwachte opbrengsten zijn in 2026 (€ 6,4 mln) hoger door  geactualiseerde, hogere WOZ-waarden of met al overeengekomen koopsommen. Bij de actualisatie van de verkoopplanning is ook rekening gehouden met het uitstellen van de verkoop van drie objecten om te onderzoeken of deze kavels beter op een andere wijze kunnen worden ontwikkeld. De verkoopopbrengst (€ 1,0 mln) van deze drie objecten wordt nu niet begroot, omdat eerst een inschatting moet worden gemaakt qua tijd en omvang.

Overzicht belangrijkste financiële bijstellingen

Eerste herziening

2025

Begroting

2026

Raming

2027

Raming

2028

Raming

2029

Programma
PGB Jeugdhulp -10.797 -10.796 -10.796 -10.796 -10.796 Zorg, welzijn en wijkteams
Regionale Jeugdhulp -7.478 -4.159 -4.159 -4.159 -4.159 Zorg, welzijn en wijkteams
Eigen bijdrage Wmo 0 -17.967 -9.185 -5.435 -5.435 Zorg, welzijn en wijkteams
Toevoeging RIM (groeimiddelen) 0 -5.000 -10.000 -15.000 -20.000 Algemene middelen
Te lage indexering afvalverwerkingsbudgetten -3.700 -3.700 -3.700 -3.700 -3.700 Beheer van de stad
Gemeentefonds + Indexatie 30.139 0 0 0 0 Algemene middelen
Meeropbrengsten belastingen 13.200 3.000 3.000 3.000 6.500 Belastingen
Actualisatie verkoopplanning 7.745 12.937 0 0 0 Bestaande stad

Financiële positie 2025

  Weerbaarheid Wendbaarheid
  Netto schuldquote Gecorrigeerde netto schuldquote Solvabiliteit Grond-exploitatie Belasting- capaciteit Structurele exploitatie-ruimte
Realisatie 2024 29,1% 27,2% 53,6% -1,7% 109% -1,8%
Eerste herziening 2025 42,7% 41,1% 46,2% -2,0% 109% -1,0%
Raming 2026 54,8% 53,5% 42,4% -1,4% nvt 0,3%
Raming 2027 62,5% 61,1% 41,5% -1,2% nvt 3,0%
Raming 2028 63,7% 62,4% 42,5% -2,4% nvt 4,0%
Raming 2029 61,7% 60,4% 44,4% -3,7% nvt 3,3%
Norm BZK Minst risicovol Minst risicovol Minst risicovol Minst risicovol Meest risicovol Meest risicovol

Vijf financiële kengetallen

Het ministerie van Binnenlandse Zaken werkt met vijf kengetallen die vertellen hoe een gemeente er financieel voor staat. Deze financiële kengetallen geven samen een beeld van de financiële ontwikkeling van de gemeente.  De waarde van de kengetallen zijn ingedeeld in 3 categorieën:  minst risicovol, enig risico en meest risicovol. 

De eerste 3 kengetallen gaan over de weerbaarheid van de gemeente: kan de gemeente tegen een stootje? De tweede 2 kengetallen gaan over de wendbaarheid van de gemeente: kan de gemeente zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden?

Op basis van de kengetallen Jaarstukken 2024, Begroting 2025 en Voorjaarsnota 2025 is de uitkomst dat de weerbaarheid van de gemeente valt in de categorie minst risicovol. De wendbaarheid van de gemeente valt in de categorie meest risicovol. Het structurele exploitatietekort is in de Jaarstukken 2024 en de Eerste herziening 2025 negatief. De raming is dat deze vanaf 2026 weer positief is: in 2026 0,3%, in 2027 3,0%, in 2028 4,0% en in 2029 3,3%.

Een uitgebreide toelichting op de financiële kengetallen staat in de Paragraaf Financiële kengetallen.

Voor verdere toelichting en vergelijking met andere gemeenten zie de website: Dashboard - Gemeentelijke rekening kengetallen - Rotterdam.

Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen geeft aan of de gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen. In het coalitieakkoord is afgesproken om te sturen op een weerstandsvermogen van minimaal 1,0. In 2023 was het weerstandsvermogen incidenteel lager.

Jaarstukken 2024: 1,7

Eerste herziening 2025: 1,0

Vanaf de Eerste herziening 2025 is het weerstandsvermogen meerjarig 1,0.

Een uitgebreide toelichting op de financiële kengetallen staat in de Paragraaf Weerstandsvermogen.

Reserves

Omvang en ontwikkeling reserves

De beginstand van de reserves is in 2025 hoger door het positieve resultaat en lagere onttrekkingen aan reserves in 2024. 

Zoals gebruikelijk wordt er rekening gehouden met het effect van de Jaarstukken 2024 ondanks dat de gemeenteraad hier ten tijde van publicatie van de Voorjaarsnota 2025 nog niet over heeft besloten.

In het hoofdstuk Financiën is een totaaloverzicht opgenomen van alle reserves.

Totaal reserves

31-12-2024

31-12-2025

31-12-2026

31-12-2027

31-12-2028

31-12-2029

Begroting 2025 2.491.483 2.441.859 2.515.534  2.665.481  2.859.217  
Voorjaarsnota 2025 2.618.088 2.525.223 2.549.645 2.660.345 2.819.513 2.949.037

 

Top 10 reserves 31-12-2025 31-12-2026 31-12-2027 31-12-2028 31-12-2029  
Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) 1.970.920 2.028.323 2.156.162 2.321.954 2.456.571  
Bestemmingsreserve Nationaal Programma Rotterdam Zuid 161.699 165.755 157.747 156.577 155.555  
Algemene Reserve 91.888 97.853 109.941 118.981 120.350  
Bestemmingsreserve Doorbouwfonds 44.092 42.376 39.099 37.522 37.522  
Bestemmingsreserve Bodem 27.321 23.981 21.221 18.461 15.701  
Bestemmingsreserve BUIG 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000  
Bestemmingsreserve Egalisatie Gemeentefonds 20.000 15.000 7.500 0 0  
Kredietrisicoreserve 19.841 19.841 19.841 19.841 19.841  
Bestemmingsreserve Rivierahal Blijdorp 17.100 11.700 8.700 5.700 2.100  
Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling 14.521 14.776 14.803 17.003 19.203  
Overige bestemmingsreserves 132.841 105.040 100.331 98.474 97.194  
             
Totaal 2.525.223 2.549.645 2.660.345 2.819.513 2.949.037  

Investeringen

In de paragraaf Investeringen worden alle nieuwe en lopende investeringen gepresenteerd.