Begroting 2026

Bestuurlijke hoofdlijnen 2026-2029

Paginanummer in website: 55

Bestuurlijke hoofdlijnen

 

Zorgen voor een toekomstbestendige gemeentelijke vastgoedportefeuille

De gemeentelijke missie is om richting 2050 een volledig duurzame en betaalbare vastgoedportefeuille te beheren en te ontwikkelen. Een toekomstbestendige portefeuille sluit aan bij de behoeften van gebruikers en de inwoners van Rotterdam en voldoet aan de duurzaamheidsvereisten en -ambities van de gemeente. We hanteren hierbij de uitgangspunten, zoals die zijn vastgesteld in de Kadernota Vastgoed.

Jaarlijks ontvangt de gemeenteraad de ‘Markt-, Grond- en Vastgoedrapportage Rotterdam’. Hierin staat een update van de ontwikkelingen op het terrein van grond en vastgoed, die van invloed zijn op de gemeentelijke portefeuille. De gemeente is verantwoordelijk voor beheer en exploitatie van 1.529 objecten in de kernportefeuille. Een groot deel van deze objecten is gebouwd tussen de wederopbouwperiode en de oliecrisis van 1973. Veel van deze gebouwen voldoen niet meer aan de eisen voor het huidige gebruik en voor de verduurzaming.

De vervanging en de grootschalige renovatie van deze gebouwen is opgenomen in de Integrale Huisvestingsplannen (IHP's), die door de beleidsprogramma’s zijn opgesteld. Tot 2030 wordt ongeveer 25% van de portefeuille vernieuwd. Bij de vervangingsopgave zijn specifieke gebruikerswensen, duurzaamheid, multifunctionaliteit en de waarde voor de wijk belangrijk. De duurzaamheidsambitie voor de IHP’s blijft vastgesteld op ‘BENG’ (Bijna EnergieNeutraal Gebouw).

De gebouwen die de gemeente nog niet vervangt, worden sober en doelmatig onderhouden en waar mogelijk worden duurzaamheidsmaatregelen genomen. Dit gebeurt zowel via meerjarenonderhoudsplannen (MJOP's) als op projectbasis. De panden die geen beleidsmatig gemeentelijk doel meer dienen, worden, na een zorgvuldige afweging, verkocht. We hanteren hierbij de uitgangspunten zoals geformuleerd in de Kadernota Vastgoed. De planning is dat in 2026 naar verwachting de laatste objecten van de huidige verkooplijst zijn verkocht.

Vitale wijken

Onze inzet is vooral gericht op de particuliere voorraad in de meest kwetsbare wijken in de stad. De problematiek van achterstallig onderhoud is hier het meest zichtbaar en eigenaren zijn veelal niet in staat om de situatie zelfstandig te verbeteren. Hierbij is de funderingsopgave de meest grote en zichtbare opgave. Landelijke aandacht voor dit probleem is noodzakelijk om de opgave in Rotterdam het hoofd te bieden.

Het vitaliteitsonderzoek helpt ons te prioriteren waar welke aanpak noodzakelijk is en de opgave het grootst. Duidelijk is dat de opgave in de bestaande woningvoorraad en de kosten om de situatie te verbeteren enorm zijn. Het is noodzakelijk om met meerdere partijen afspraken te maken om te komen tot toekomstbestendige woningen.

Samen met de kennis van experts helpt het vitaliteitsonderzoek om te bepalen waar welk type inzet noodzakelijk is. Aandacht voor de basiskwaliteit van woningen is het uitgangspunt. Daarmee ondersteunen we in projecten 3.000 eigenaren om onderhoudsachterstanden weg te werken. Naast deze blijvende inzet voeren we vanaf 2024 projecten uit waarbij woningen ingrijpend worden verbeterd. Dat doen we in samenwerking met Nationaal Programma Rotterdam-Zuid (NPRZ). Waar mogelijk maken we gebruik van subsidieregelingen, zoals het Volkshuisvestigingsfonds.

De aanpak Goed Huren en Verhuren verbetert de particuliere verhuurmarkt door de positie van huurders te versterken, samen te werken met verhuurders en op te treden tegen misstanden. Huurders kunnen misstanden melden bij het Meldpunt Ongewenst Verhuurgedrag en er vinden proactieve controles plaats in de wijk. De actieve benadering verlaagt de drempel voor huurders om problemen te bespreken. Jaarlijks organiseert de gemeente de stedelijke campagne ‘Weet wat je (ver)huurt’. In 2024 hebben hierdoor ruim 36.500 bezoekers de website en de Huurprijscalculator gebruikt.

Met de komst van de Wet betaalbare huur (Wbh) in 2024 en de Wet goed verhuurderschap (Wgv) in 2023 is het bestuursrechtelijk instrumentarium uitgebreid. Gemeenten kunnen sindsdien, naast de privaatrechtelijke weg van de Huurcommissie, ook optreden bij huren die hoger liggen dan het Woningwaarderingstelsel (WWS) toelaat. Sinds de komst van de wet leidde dit tot huurverlagingen van gemiddeld € 500 per maand.

De opgave op de particuliere markt is groot: veel huren liggen boven de WWS-grenzen. Toezicht en handhaving vergen capaciteit. Daarom breidt de gemeente het team uit en versterkt de samenwerking in kwetsbare wijken. Aanpakken zoals Rotterdams Goed Wonen (2025) zorgen voor een integrale aanpak. Binnen Rotterdams Goed Wonen werkt de gemeente clusteroverstijgend aan woongerelateerde misstanden in de meest kwetsbare wijken van de stad.

De gemeente werkt samen met partners zoals Stichting Je Goed Recht, Sociaal Raadslieden en het Juridisch Loket bij juridische vraagstukken. En bundelt de krachten met de corporaties Woonbron en Woonstad Rotterdam om huurders te informeren. In Carnisse zijn gezamenlijke straatacties om huurders actief te benaderen om met hen in gesprek te gaan over de huurprijzen.

Verstedelijken en verbinden

Na ruim een jaar te hebben gewerkt met de nieuwe instrumenten onder de Omgevingswet kan geconstateerd worden dat het voor alle partijen nog zoeken is. Het digitale Omgevingsloket faciliteert aanvragers van vergunningen nog niet optimaal. Daardoor is het vaak niet duidelijk welke vergunning waarvoor aangevraagd moet worden. Dit heeft ook effect op de inzet binnen de gemeente omdat het herstellen van verkeerd ingediende aanvragen veel tijd kost.

Het aantal aanvragen voor een omgevingsvergunning is hoog en de complexiteit van aanvragen blijft toenemen. Steeds vaker vertragen opgaven op het vlak van geluidwerende maatregelen of parkeervoorzieningen het vergunningenproces, gezien de beperkte ruimte in de stad. Bovenwettelijke eisen voor de verduurzaming van gebouwen verhoogt de complexiteit in een aantal gevallen.

De projecten die vallen onder de Wet private kwaliteitsborging (Wkb), waarbij private partijen een deel van de beoordelingen van de overheid overnemen, beginnen na een twijfelende start in 2024 op gang te komen. Daarbij wordt geconstateerd dat een aanzienlijk deel van de ingediende meldingen niet voldoet aan het wettelijk kader. De gemeente is met alle landelijke partijen in gesprek om de kwaliteit op een adequaat niveau te brengen.

Verleende omgevingsvergunningen moeten voldoen aan de eisen van ruimtelijke kwaliteit, die door de gemeenteraad zijn vastgesteld in de Welstandsnota Rotterdam 2012. De Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam (O+CER) heeft de taak om die aanvragen te toetsen aan het welstandsbeleid en aan de erfgoedwaarden van cultuurhistorisch waardevolle panden en structuren. En hierover het college van B&W te adviseren. Dat is bepaald in de Verordening op de Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam uit 2022, waarin ook de mogelijkheid is opgenomen een subcommissie in te richten. Voor de gebiedsontwikkeling Feyenoord City, is de advisering een taak van de Subcommissie Q-Team Feyenoord City.

Continuering van het welstandsbeleid onder de Omgevingswet is gewaarborgd. De huidige welstandsnota is onderdeel van het Omgevingsplan geworden. De gehele welstandsnota wordt herzien. Er is een voorstel voor een geactualiseerde versie voorbereid die op 13 mei 2025 ter besluitvorming aan de gemeenteraad is aangeboden.

Instandhouden erfgoed

Het college vindt behoud van cultureel erfgoed belangrijk voor verrijking, inspiratie en verbinding van de samenleving. Naast de uitvoering van de wettelijke erfgoedtaken, is het uitvoeringsprogramma van de in mei 2023 vastgestelde Erfgoedagenda Rotterdam de komende jaren de basis voor de activiteiten rondom het gebouwde en aangelegde erfgoed in Rotterdam. Hierbij is nadrukkelijk ook aandacht voor de particuliere monumenteneigenaren. En voor communicatie en voorlichting rond nieuwe ontwikkelingen op het gebied van onderhoud, restauratie en verduurzaming van stedelijk erfgoed.