Begroting 2026
Financieel beeld 2025-2029
Paginanummer in website: 6Financieel beeld 2025-2029
Onder het Financieel beeld 2025-2029 wordt op hoofdlijnen het meerjarige financiële beeld toegelicht:
- de belangrijkste bijstellingen van de meerjarige begroting
- de meerjarige ontwikkeling van de financiële positie
- en de ontwikkeling van de gemeentelijke reserves
Belangrijkste bijstellingen
Hieronder is een overzicht opgenomen van de belangrijkste bijstellingen die in deze Begroting 2026 worden voorgesteld. Een uitgebreide toelichting op de wijzigingen staat onder het kopje Financiën van het programma waarop de bijstelling van toepassing is. Een overzicht van alle bijstellingen is te vinden onder op de pagina Samenvatting bijstellingen (webpagina 7). Het verloop van begrotingsbijstellingen per programma over de verschillende P&C-producten heen, staat op de pagina Vergelijking begrotingssaldi (webpagina 8). Ook is er weer een Excel-bestand beschikbaar met alle begrotingsbijstellingen sinds de Begroting 2025.
Overzicht belangrijkste financiële bijstellingen |
Tweede herziening 2025 |
Begroting 2026 |
Raming 2027 |
Raming 2028 |
Raming 2029 |
Programma |
Gemeentefonds + Indexatie |
24.382 |
24.421 |
27.255 |
28.440 |
28.800 |
Algemene middelen |
Effecten nieuwe cao |
0 |
-11.511 |
-10253 |
-10147 |
-10130 |
Algemene middelen |
Gemeentefonds ingroeipad |
0 |
0 |
-10.200 |
-10.200 |
-10.200 |
Algemene middelen |
RIM vervroegde aflossing lening |
-29.100 |
4.100 |
14.916 |
11.846 |
0 |
Algemene middelen |
Toevoeging RIM (groeimiddelen) |
-24.820 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Algemene middelen |
Positief resultaat grondexploitaties |
15.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Stedelijke ontwikkeling |
Rente-effect grondexploitaties |
-2.700 |
-2.700 |
-2.700 |
-2.700 |
0 |
Stedelijke ontwikkeling |
Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling |
-8.100 |
2.700 |
2.700 |
2.700 |
0 |
Stedelijke ontwikkeling |
Actualisatie BUIG 2025 en 2026 | -9.046 | -9.046 | 0 | 0 | 0 | Werk en inkomen |
Lobby Wet Maatschappelijke Ondersteuning |
-20.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Zorg, welzijn en wijkteams |
Tekort Jeugdhulp Lokaal |
-11.300 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Zorg, welzijn en wijkteams |
Gemeentefonds en indexatie
De baten van het Gemeentefonds is zijn geactualiseerd op basis van de meicirculaire 2025.
Effecten nieuw cao
In juni is er een akkoord bereikt over de nieuwe Cao Gemeenten 2025-2027. Vervolgens is op 1 juli in een collegebrief (25bb005122) gedeeld dat het financieel effect van deze nieuwe cao wordt ingeschat op circa € 10-12 mln per jaar vanaf 2026. Dit financieel effect is verwerkt in deze Begroting.
Gemeentefonds ingroeipad
Rotterdam heeft naar aanleiding van de vorige herijking (na verrekening van het ingroeipad 2023-2025) nog een structureel nadeel te verwerken van mogelijk € 22 mln. Begin 2025 schreef de minister van Binnenlandse Zaken in een kamerbrief dat er in 2027 een volgende stap wordt gezet in het ingroeipad. Om die reden is € 10,2 mln van het nog te verwerken nadeel ingeboekt. Met het structureel nadeel dat mogelijk hierna resteert wordt rekening gehouden in het weerstandsvermogen.
Vervroegde aflossing lening RIM
Bij de Voorjaarsnota 2024 is € 100 mln geleend uit de Rotterdamse Investeringsmotor (RIM). Bij de Voorjaarsnota 2025 is een deels van de afbetaling in 2027 naar voren gehaald. In de Tweede herziening 2025 is voorgesteld nog stuk aflossing naar voren te halen.
Toevoeging RIM Groeimiddelen
Volgens het vastgestelde investeringsbeleid ‘groei-met-groei’ wordt een derde van de groei van de algemene dekkingsmiddelen structureel gebruikt voor investeringen die de groei van de stad mogelijk maken. De algemene dekkingsmiddelen bestaan uit de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten van de algemene belastingen. De groeimiddelen worden structureel toegevoegd aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM). Hiermee vergroot de gemeente de investeringscapaciteit, zodat structurele groei gepaard gaat met gerichte investeringen in voorzieningen, infrastructuur en leefbaarheid.
Grondexploitaties
Positief resultaat grondexploitaties
Op basis van een prognose van de grondexploitatieportefeuille is voor 2025 een positief verwacht resultaat van € 15 mln opgenomen. Deze is gebaseerd op de financiële stand van de grondexploitaties bij jaarrekening 2024 waarbij op basis van de autonome ontwikkelingen in de grondexploitaties het voorlopig resultaat voor 2025 is berekend. Dit voorlopig resultaat is met aanzienlijke onzekerheden omgeven vanwege het ontbreken van een volledig en nauwkeurig financieel overzicht van de grondexploitaties, wat wordt veroorzaakt door de vertraagde ingebruikname van de ict-grondexploitatiemodule in Oracle Cloud. Daarnaast zijn de uitkomsten altijd afhankelijk van de ontwikkeling van de marktomstandigheden, die zich lastig of niet laten voorspellen.
Rente-effect grondexploitaties
In de Begroting 2025/2e Herziening 2024 heeft een bijstelling plaatsgevonden voor het negatieve effect op het grondexploitatiesresultaat door de, als gevolg van een wijziging in het BBV, hogere toe te rekenen rente. Tevens werd verondersteld dat dit vanaf 2025 tot een structureel hogere toegerekende rente van € 2,7 mln per jaar zou leiden en dat deze meevaller vrij besteedbaar was. Na herbeoordeling is gebleken dat de veronderstelling dat deze meevaller vrij besteedbaar was onjuist is. Daarom is het jaarlijkse begrote resultaat van €2,7 mln over de jaren 2025 tot en met 2028 teruggedraaid.
Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling
Een gedeelte van het verwachte grondexploitatieresultaat van 2025 (€ 10,8 mln) zal worden toegevoegd aan de bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling. Hiermee wordt de eerder begrote toevoeging van € 2,7 mln in 2025 en € 8,1 mln over de jaren 2026 tot en met 2028 gecorrigeerd. Deze bijstelling betekent tevens dat de toevoeging aan de bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling in 2025 € 8,1 mln hoger is en deze over de jaren 2026, 2027 en 2028 € 2,7 mln per jaar lager is.
Actualisatie BUIG
In de Voorjaarsnota 2025 werd voor de begrote uitgaven en inkomsten voor bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidies (BUIG) uitgegaan van het ‘voorlopig budget 2025’ dat eind september 2024 door het Rijk werd gepubliceerd van € 585 mln voor Rotterdam. Op basis van de op dat moment bekende cijfers over het voorlopige landelijke bijstandsvolume werd in de Voorjaarsnota al uitgegaan dat het BUIG-budget voor Rotterdam lager zou gaan worden, namelijk € 582 mln. Eind april 2025 is het ‘nader voorlopig budget 2025’ gepubliceerd van € 573 mln. Dit is voor 2025 en 2026 € 9 mln lager dan is opgenomen in de Voorjaarsnota 2025.
Zorg
Lobby Wet maatschappelijke ondersteuning
Bij het Coalitieakkoord 2022 is een lobbyreeks richting het Rijk opgenomen om het tekort op de Wmo op te lossen. De tegemoetkoming vanuit het Rijk is echter lager dan de reeks die hiervoor in de begroting voor 2025 is opgenomen. Deze bedroeg € 36,8 mln in 2025. Het Rijk heeft bij de meicirculaire aanvullende middelen voor de Hervormingsagenda Jeugd toegekend (zie onder taakmutaties). De toegekende middelen deskundigencommissie van Ark zijn voor 2025 gebruikt voor de Lobbyreeks Wmo. Het restant van de lobbyreeks bedraagt in 2025 € 20 mln. De verwachting is niet dat hiervoor nog middelen vanuit het Rijk worden ontvangen. De lobbyreeks voor 2025 komt daarom te vervallen. Voor de jaren 2026 en verder bedraagt de openstaande reeks € 38,3 mln.
Meevaller definitieve afrekening Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) 2024
Dit betreft een incidentele meevaller van € 11,2 mln vanwege het definitieve rekeningresultaat 2024 van de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) waarover de raad al eerder is geïnformeerd.
Tekort Jeugdhulp Lokaal
De hogere lasten bij Jeugdhulp lokaal zijn het gevolg van de beoogde verschuiving van regionale jeugdhulp naar lokale jeugdhulp. De lasten voor de dagprogramma’s zijn hoger. Hier tegenover staat een daling op regionale daghulp en ambulante hulp. De stijgende kosten per kind komen door een langere looptijd van de arrangementen en de doorstroom naar onderwijs, hierdoor blijven kinderen langer in de zorg. Daarnaast is een verschuiving zichtbaar van Specialistische Geestelijke Gezondheidszorg (SGGZ) naar lichtere vormen van zorg via de zogeheten Knooppunten. Het aantal kinderen in de SGGZ neemt iets af en het aantal verwijzingen via de Knooppunten neemt toe. Maar door toenemende kosten per kind levert dit niet de gewenste verschuiving op in geld.
Financiële positie
Vijf financiële kengetallen
Het ministerie van Binnenlandse Zaken werkt met 5 kengetallen die vertellen hoe een gemeente er financieel voor staat. Deze financiële kengetallen geven samen een beeld van de financiële ontwikkeling van de gemeente. De waarde van de kengetallen zijn ingedeeld in 3 categorieën: minst risicovol, enig risico en meest risicovol.
De eerste 3 kengetallen gaan over de weerbaarheid van de gemeente: kan de gemeente tegen een stootje? De tweede 2 kengetallen gaan over de wendbaarheid van de gemeente: kan de gemeente zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden?
Weerbaarheid
De weerbaarheid van de gemeente is goed. Dit betekent dat de gemeente onverwachte tegenvallers kan opvangen.
Wendbaarheid
De wendbaarheid van de gemeente is beperkt. Dit betekent dat de gemeente niet snel de begroting kan aanpassen aan veranderende omstandigheden. De belastingcapaciteit van 102% is boven het landelijk gemiddelde. Dit betekent dat het niet makkelijk is om de belastingen te verhogen bij onverwachte tegenvallers. Daarom valt deze in de categorie enig risico.
Het structurele exploitatiesaldo geeft aan of de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. Dat is niet het geval als de structurele exploitatieruimte negatief is. Het is dan moeilijk om onverwachte lasten op te vangen. Het structurele exploitatietekort is in 2024 t/m 2026 negatief en valt in deze periode in de categorie meest risicovol. Vanaf 2027 is de raming positief en is dan is de categorie weer minst risicovol.
Een uitgebreide toelichting op de financiële kengetallen staat in de Paragraaf Financiële kengetallen.
Voor verdere toelichting en vergelijking met andere gemeenten zie de website: Dashboard - Gemeentelijke rekening kengetallen - Rotterdam.
Reserves
Omvang en ontwikkeling reserves
De beginstand van de reserves is in 2025 hoger door het positieve resultaat en lagere onttrekkingen aan reserves in 2024.
Zoals gebruikelijk wordt er rekening gehouden met het effect van de Jaarstukken 2024 ondanks dat de gemeenteraad hier ten tijde van publicatie van de Voorjaarsnota 2025 nog niet over heeft besloten.
In het hoofdstuk Financiën is een totaaloverzicht opgenomen van alle reserves.
Totaal reserves |
31-12-2024 |
31-12-2025 |
31-12-2026 |
31-12-2027 |
31-12-2028 |
31-12-2029 |
Begroting 2025 | 2.491.483 | 2.441.859 | 2.515.534 | 2.665.481 | 2.859.217 | |
Voorjaarsnota 2025 | 2.618.088 | 2.525.223 | 2.549.645 | 2.660.345 | 2.819.513 | 2.949.037 |
Begroting 2026 | 2.618.088 | 2.521.768 | 2.508.484 | 2.604.484 | 2.745.697 | 2.868.970 |
Top 10 reserves | 31-12-2025 | 31-12-2026 | 31-12-2027 | 31-12-2028 | 31-12-2029 |
Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) | 2.041.716 | 2.074.839 | 2.178.629 | 2.314.051 | 2.429.643 |
Bestemmingsreserve Nationaal Programma Rotterdam Zuid | 152.725 | 155.011 | 146.935 | 143.142 | 143.541 |
Algemene Reserve | 48.588 | 64.296 | 92.369 | 117.315 | 129.609 |
Bestemmingsreserve Doorbouwfonds | 39.167 | 31.332 | 27.717 | 26.115 | 26.115 |
Bestemmingsreserve Bodem | 27.321 | 27.101 | 26.901 | 26.701 | 26.501 |
Bestemmingsreserve BUIG | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 | 25.000 |
Bestemmingsreserve Egalisatie Gemeentefonds | 20.000 | 15.000 | 7.500 | 0 | 0 |
Kredietrisicoreserve | 20.179 | 20.179 | 20.179 | 20.179 | 20.179 |
Bestemmingsreserve Rivierahal Blijdorp | 17.100 | 13.200 | 8.700 | 5.700 | 2.100 |
Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling | 19.926 | 17.481 | 14.779 | 14.279 | 13.779 |
Overige bestemmingsreserves | 110.046 | 65.045 | 55.775 | 53.215 | 52.503 |
Totaal | 2.521.768 | 2.508.484 | 2.604.484 | 2.745.697 | 2.868.970 |
Investeringen
In de paragraaf Investeringen worden alle nieuwe en lopende investeringen gepresenteerd.