Het gemiddelde verzuim van de afgelopen 12 maanden lag eind augustus 2024 op 7,18%. Dat is 0,29% hoger dan eind april 2024. In de eerste acht maanden van 2024 is het verzuimpercentage in totaal met 0,47% gestegen ten opzichte van december 2023. In de trends zien we vaak dat de zomermaanden een lager verzuimpercentage hebben. Dit jaar is deze trend minder duidelijk zichtbaar; de pieken van de wintermaanden zijn langer verspreid en de daling in de zomermaanden is minder groot. Dit zien we terug in de stijging van het voortschrijdend verzuimpercentage. In vergelijking met de maand augustus van 2022 en 2023 is het maandpercentage van augustus 2024 met bijna 0,6% gestegen. De stijging is vooral zichtbaar in het langdurig verzuimpercentage. Deze is vanaf eind 2023 0,44% gestegen.
Begroting 2025
HRO
Paginanummer in website: 206HRO
Met dienstverlening die het concern faciliteert in onder andere talentontwikkeling, mobiliteit, aantrekkelijk werkgeverschap en diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid heeft HRO een belangrijke rol in het realiseren van de organisatieontwikkeling.
In het kader van Kiezen voor Rotterdam wordt ingezet op doorstroom van medewerkers en daarmee behoud van talent en potentieel binnen de organisatie. Dit sluit aan bij onze visie op krapte op de arbeidsmarkt, talentontwikkeling en een flexibele organisatie waarbij we steeds aan blijven sluiten bij de opgaven voor de stad. Data in een scenariomodel bieden inzichten die helpen bij het overzien van in-, door- en uitstroom, potentie op de arbeidsmarkt en risico’s voor de gemeente Rotterdam. Hiermee kan inzichtelijk gemaakt worden waar medewerkers binnen de organisatie naartoe begeleid kunnen worden. Ter ondersteuning aan de begeleiding van medewerkers van plek A naar B is een instrumentenkaart opgesteld en wordt er gewerkt aan spelregels onder welke voorwaarden medewerkers kunnen of moeten mobiliseren. De focus ligt daarmee op behoud van medewerkers. Dit sluit aan bij het uitgangspunt van Kiezen voor Rotterdam: geen gedwongen ontslagen. Er wordt een organisatiecultuur beoogd waarin verandering en beweging gewoon is. Dat betekent onder andere opgavegericht werven en matchen op vaardigheden en rollen, naast werven op functies en vacatures.
Verzuim
Norm 2024 | Realisatie Eerste herziening 2024 | Realisatie Tweede herziening 2024 | |
Verzuim | 5,9% | 6,9% | 7,2% |
Er zijn en worden interventies gepleegd om het verzuimproces te optimaliseren. Grondoorzaken en knelpunten in het verzuimproces zijn benoemd en verbetermaatregelen zijn uitgewerkt en (deels) uitgevoerd. Het doel hiervan is verbetering van het verzuimproces en duidelijkheid van de rollen zodat leidinggevenden en medewerkers de best mogelijke verzuimbegeleiding krijgen en zelf ook hun rol op een juiste manier kunnen invullen. Aangezien het grootste aandeel in langdurig verzuim zit duurt het langer voordat een positief effect zichtbaar wordt in het voortschrijdend verzuimpercentage.
Bemensing
Begroting 2024 | Eerste herziening 2024 |
Realisatie eerste herziening 2024 |
Tweede herziening 2024 |
Realisatie tweede herziening 2024 |
Raming 2025 | Raming 2026 | Raming 2027 | Raming 2028 | |
Formatie en bezetting | 13.327 | 14.584 | 14.419 | 14.777 | 14.353 | 14.393 | 13.826 | 13.762 | 13.719 |
Ontwikkeling formatie
In de afgelopen jaren is de bezetting hoger geweest dan de formatie. Dit kwam omdat alleen structurele middelen vertaald werden naar formatie. Middelen van tijdelijke aard kenden geen formatie maar wel bezetting. Dat is nu anders. De uitgangspunten voor sturen op de omvang van de organisatie zijn:
- Formatie staat rechtstreeks in relatie tot de opgaven van de gemeente (ambities uit coalitieakkoord, voorjaarsnota, meerjarenbegroting, wettelijke en niet wettelijke taken). Vanuit die opgaven wordt bepaald welk budget er voor arbeidskosten nodig is en welke formatie daarbij hoort om de ambities en taken uit te voeren. Bepaald is dat de formatie en bezetting in balans zijn, dat is de norm.
- De afspraak is dat ook incidentele budgetten die voor minimaal twee jaar zijn toegekend, worden vertaald naar formatie. Die formatie krijgt de aanduiding tijdelijke formatie en kent een duidelijke einddatum.
De opdracht aan de organisatie was om formatie en bezetting naar de norm te brengen en met elkaar in evenwicht te laten zijn. Deze herstelactie is afgerond bij de tweede herziening 2024. In deze herstelactie zijn alle budgetten van twee jaar en langer vertaald naar formatie, waar wenselijk ook budgetten vanaf één jaar. Over het algemeen gesproken was er voor al deze budgetten al sprake van bezetting. In de tweede begrotingsherziening stijgt de formatie nog met 193 fte. Het zwaartepunt ligt bij programma Zorg, Welzijn en Wijkteams (+ 91 fte). Programma Beheer van de Stad (+37 fte), programma Werk & Inkomen (+36 fte), programma Armoede, Schuldhulpverlening, Inburgering en Samenleving (+ 29 fte).
Programma Overhead daalt met (-19 fte). De formatie is verlaagd in het kader van Kiezen voor Rotterdam 2024.
Formatie 2025 en verder
Ten opzichte van de laatst bijgestelde formatie 2024 (2e herziening zoals hierboven toegelicht) daalt de formatie in 2025 met 383 fte. Deze forse daling wordt grotendeels veroorzaakt door Kiezen voor Rotterdam 2025-2026. Dit betreft een krimp van totaal 265 fte in 2025. In 2026 volgt nog een aanvullende krimp van 254 fte in het kader van Kiezen voor Rotterdam.
Bezetting 2024
Vanuit de bezuinigingsopgave voor de organisatie was medio 2023 de opdracht dat alle clusters extra kritisch afwegen wat de noodzaak is van het vervullen van elke vacature die ontstaat door uitstroom of natuurlijk verloop. Het doel van dit aangescherpte vacaturemanagement is het realiseren van een lagere gemiddelde bezetting van de organisatie met een besparend effect op de totale loonkosten.
Het effect van deze maatregel was in 2023 en begin 2024 al zichtbaar doordat de groei zich beperkte. Bij de 2e herziening is bezetting voor het eerst in lange tijd afgenomen (-66 fte) naar 14.353 fte en daarmee 424 fte onder de begrote formatie. Dit betreft grotendeels vacatureruimte.
In- en uitstroom
Vanaf de vorige rapportageperiode (eerste herziening) van dit jaar is de instroom ruim 22% lager dan de uitstroom. Dit vertaalt zich ook naar de lagere bezetting ten opzichte van de eerste herziening 2024. Met uitzondering van het cluster Stadsbeheer hebben alle clusters in deze periode een lagere instroom dan uitstroom.
Stages
De bijgestelde ambitie uit het coalitieakkoord is om 600 stageplaatsen per jaar te realiseren. In 2024 zijn er tot en met augustus 399 stagiairs gestart. 67% van de ambitie is hiermee gerealiseerd. De ervaring leert dat voor de stageperiode vanaf september de meeste stages worden uitgevoerd. In het coalitieakkoord is ook aandacht voor mbo-stages. Van het aantal gestarte stagiaires in 2024 komt 21% uit het (v)mbo.
Norm 2024 | Realisatie Eerste herziening 2024 | Realisatie Tweede herziening 2024 | |
Stages | 600 | 327 | 399 |
Arbeidskosten
Arbeidskosten bestaan uit het geheel van loonkosten voor medewerkers in dienst van de gemeente Rotterdam en kosten voor ingehuurde medewerkers.
Begroting 2024 | Eerste herziening 2024 | Tweede herziening 2024 | Raming 2025 | Raming 2026 | Raming 2027 | Raming 2028 | |
Loonkosten | 1.269.686 | 1.341.234 | 1.355.583 | 1.381.771 | 1.318.880 | 1.308.772 | 1.306.089 |
Inhuur | 53.188 | 87.014 | 99.840 | 80.444 | 78.627 | 78.202 | 75.633 |
Arbeidskosten 2024
De tweede begrotingsherziening 2024 laat een stijging van de begrote arbeidskosten zien (+€ 27,1 mln). Dit is verdeeld over verschillende programma's. De hoofdlijnen van de mutaties in de tweede begrotingsherziening zijn hieronder toegelicht op zowel loonkosten als kosten externe inhuur.
- Programma Volksgezondheid (+€ 5,3 mln, waarvan +€ 1,3 mln loonkosten en +€ 4 mln inhuur). De bijstelling is gedaan voor de versterking van infectiebestrijding waaronder inzet van tijdelijk personeel zoals artsen, verpleegkundigen en voorlichters voor de uitvoering van de vaccinaties. Bekostiging vindt plaats vanuit de Rijksoverheid.
- Programma Werk & Inkomen (+€ 1,8 mln, waarvan +€ 1,8 mln loonkosten). Voor het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling is de bijstelling gedaan voor een uitbreiding van het aantal jongerenconsulenten uit tijdelijk budget. Voor het cluster Werk & Inkomen is een bijstelling gedaan als gevolg van besluiten uit de Voorjaarsnota 2024.
- Programma Beheer van de Stad (+€ 3,3 mln, waarvan +€ 3,3 mln loonkosten). De afdeling Circulair heeft een tijdelijke bijstelling van 15 fte gedaan voor de projectpool. Deze formatie wordt gedekt vanuit de incidentele middelen uit het Duurzaamheidstransitiebudget.
- Programma Stedelijke Ontwikkeling (+€ 2,1 mln, waarvan +€ 1,9 mln loonkosten en +€ 0,2 mln inhuur). De formatie van het project Data op Orde is met 15 fte bijgesteld zodat het erfpachtproject mogelijk gemaakt kan worden. Dit is een tijdelijk project.
- Programma Overhead (+€ 4,8 mln, waarvan +€ 0,1 mln loonkosten en +€ 4,7 mln inhuur). In het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning is de formatie met -28 fte verlaagd in het kader van Kiezen voor Rotterdam. De budgetten zijn geïndexeerd. Het inhuurbudget is aangepast op de prognose -met name voor ICT projecten, project GREAT en vervanging voor verzuim en vacatures- met een toevoeging uit incidenteel budget.
- Programma Energietransitie (+€2,2 mln, waarvan +€ 0,1 mln loonkosten en +€ 2,1 mln inhuur). De bijstelling voor het inhuurbudget betreft een correctie op een foutieve boeking van het werkpakket bij de eerste herziening 2024.
- Programma Veilig (+€ 2,1 mln, waarvan +€ 2,1 mln loonkosten). Bij de directie Veilig is bijgesteld voor de actualisatie van overige loonkosten zoals overwerk, reiskosten en piketdiensten. Ook een verhoging van het personele budget in overeenstemming met het jaarplan Veiligheidshuis is verwerkt.
- Programma Armoede, Schuldhulpverlening, Inburgering en Samenleving (+€ 1,1 mln, waarvan +€ 0,7 mln loonkosten en +€ 0,4 mln inhuur). In de bijstelling is structureel budget overgeheveld vanuit de afdeling Ondersteuning en Hulp (aanvragen AOW en Jeugdtegoeden en in formatie omgezet. Ook is er een uitbreiding van Trajectbegeleiders vanuit het Kinderarmoedefonds en een tijdelijke toekenning verwerkt.
- Programma Sport en Recreatie (+€ 0,8 mln, waarvan +€ 0,9 mln loonkosten en -€ 0,2 inhuur). In de bijstelling is programmabudget overgeheveld naar budget voor apparaatslasten. De dekking vindt plaats vanuit frictiekosten van de afbouw van SSC Flex.
- Programma Bestaande Stad (-€ 1 mln, waarvan -€ 0,3 mln loonkosten en -€ 0,7 mln inhuur). Is naar beneden bijgesteld door aanpassing van de meerjarenbegroting Omgevingswet en bijbehorend inhuurbudget.
- Programma Onderwijs (+€ 0,6 mln, waarvan +€ 0,7 mln loonkosten en -€ 0,1 mln inhuur). In de bijstelling is programmabudget overgeheveld naar budget voor apparaatslasten.
Oorzaken benodigde bijstellingen arbeidskosten
Voor externe inhuur zal het altijd nodig zijn om tussentijds bij te stellen. Dat ligt immers in de aard van de inzet voor onvoorziene zaken, piekbelasting of unieke kennis. Bij de begroting, die halverwege het voorafgaande jaar wordt opgesteld, is het inzicht in de capaciteitsbehoefte nog niet concreet. In de loop van het jaar vinden er wijzigingen plaats in taken, opdrachten en werkpakketten waardoor meer of minder inzet nodig is. Als gevolg van deze ontwikkelingen wijzigt zowel de begroting externe inhuur als de begroting loonkosten. Hierbij is het logisch dat incidentele opdrachten en wijzigingen in het werkpakket worden opgevangen door de flexibele schil die grotendeels uit externe inhuur bestaat. De bijstellingen op externe inhuur springen daarmee in het oog. Vanaf 2024 worden er, gezien de relatie fte en begroting, zo min mogelijk bijstellingen gedaan op loonkosten.
Arbeidskosten 2025 en verder
Bij de formatie en arbeidskosten zijn de geschetste ontwikkelingen meerjarig doorgetrokken. Dit is ook verwerkt in het meerjarig beeld van de arbeidskosten.