Begroting 2025

Financiën

Paginanummer in website: 20

Financiën

Financiële bijstellingen

Bijstellingen Algemene middelenBegroting 2024Begroting 2025Raming 2026Raming 2027Raming 2028
Kiezen voor Rotterdam 2025 en verderKiezen voor Rotterdam0-24.627-48.910-48.954-48.954
Kiezen voor Rotterdam: Effecten op de programmalastenKiezen voor Rotterdam01.8752.9892.9892.989
Kiezen voor Rotterdam: vrijval Algemene reserveKiezen voor Rotterdam00000
Kiezen voor Rotterdam: vrijval Bestemmingsreserve Rotterdamse InvesteringsmotorKiezen voor Rotterdam00000
Actualisatie kapitaallastenRamingsbijstellingen onvermijdelijk14.5248.27010.05518.99414.576
Actualisatie renteRamingsbijstellingen onvermijdelijk4.136-625-1.332-1.653-2.050
Bijstelling dividendramingenRamingsbijstellingen onvermijdelijk1.0000000
Kapitaallasten storting RETRamingsbijstellingen onvermijdelijk-3000000
Mutatie algemene uitkering meicirculaireRamingsbijstellingen onvermijdelijk28.797-22.562-7.61900
Vrijval budget indexeringRamingsbijstellingen onvermijdelijk01.1531.1531.1531.153
Vrijval saldo indexatieRamingsbijstellingen onvermijdelijk9.3360000
Afdracht groeimiddelen aan RIMReserves-5.3600000
Algemene reserveReserves-36.69221.56417.61911.9472.059
Bestemmingsreserve Rotterdamse InvesteringsmotorReserves-4.514-5.640-6.058-7.032-7.313
KredietrisicoreserveReserves00000
Taakmutaties MeicirculaireTaakmutaties25.23940.77613.06515.84718.402
Technische wijzigingenTechnische wijzigingen9.55696.98194.56892.80492.174

Toelichting financiële bijstellingen

Kiezen voor Rotterdam 2025 en verder

Bij de Voorjaarsnota 2023 is besloten tot een organisatieopgave van € 150 mln De organisatieopgave is verder uitgewerkt in Kiezen voor Rotterdam. Kiezen voor Rotterdam heeft als doel om tot een kleinere slagvaardige organisatie te komen. Dat betekent dat de gemeente dingen anders gaat doen en dit leidt tot een verlaging van de lasten voor personeel. Dit staat uitgebreid toegelicht in de paragraaf Bedrijfsvoering. De besparing voor 2024 van € 20 mln is bij de Voorjaarsnota en Eerste Herziening 2024 verdeeld over de begrotingsprogramma's. De besparing voor 2025 en verder is nu structureel verdeeld over de begrotingsprogramma’s.

Kiezen voor Rotterdam: Effecten op de programmalasten

Kiezen voor Rotterdam beoogt een bezuiniging en doorontwikkeling van de organisatie. Voor de begroting 2025 leidt Kiezen voor Rotterdam tot lagere personeelslasten en ook tot lagere programmalasten, bijvoorbeeld voor de overige organisatiekosten. Hierdoor dalen eveneens de baten en lasten die intern worden doorbelast of die de gemeente verrekent met externen.

Kiezen voor Rotterdam: vrijval Algemene reserve

Kiezen voor Rotterdam beoogt een bezuiniging en doorontwikkeling van de organisatie. Kiezen voor Rotterdam leidt tot minder personeel en daarmee tot lagere personeelslasten en overige lasten die ten laste komen van de Algemene reserve. Hierdoor ontstaat een vrijval van deze reserve van € 72.000 in 2025, en structureel € 233.000 in de jaren tot en met 2028. 

Kiezen voor Rotterdam: vrijval Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor

Kiezen voor Rotterdam beoogt een bezuiniging en doorontwikkeling van de organisatie. Kiezen voor Rotterdam leidt tot minder personeel en daarmee tot lagere personeelslasten en overige lasten die ten laste komen van de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor. Hierdoor ontstaat een vrijval van deze bestemmingsreserve van € 77.000 in 2025, € 153.000 in 2026, € 169.000 in 2027, en € 129.000 in 2028.

Actualisatie kapitaallasten / actualisatie rente

De financiering van de gemeentelijke investeringen vindt plaats met geld dat de gemeente al gespaard heeft in de vorm van reserves en voorzieningen. Dat zijn de interne financieringsmiddelen. Is er nog meer financiering nodig, dan gebeurt dat met geld dat de gemeente leent. Door eigen geld in te zetten en geen lening aan te gaan, hoeft de gemeente geen rente te betalen. De gemeente bespaart dan dus rentelasten. In plaats daarvan wordt een rentevergoeding gerekend over de reserves en voorzieningen. Dit wordt de 'bespaarde rente' genoemd. De bespaarde rente wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM).

De totale gemeentelijke financieringskosten bestaan daarmee uit de externe rentelasten over de opgenomen geldleningen en de bespaarde rente over de interne financieringsmiddelen. De gemeente werkt met een omslagrentemethodiek. Dat wil zeggen dat de gemeentelijke financieringskosten via het programma Algemene Middelen worden toegerekend aan de gemeentelijke programma's, investeringen en grondexploitaties waarvoor deze kosten zijn bedoeld. De basis voor deze toerekening is de boekwaarde op de balans. De rente die hiervoor geldt, heet omslagrente. Samen met de afschrijvingen maakt de omslagrente deel uit van de kapitaallasten. De omslagrente en de bespaarde rente worden jaarlijks vastgesteld op basis van richtlijnen van de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), zie ook Grondslagen.

De hoger blijvende marktrente leidt tot een stijging van de omslagrente en de bespaarde rente van 2% naar 2,5%, vanaf 2025. Door de wijzigingen in het BBV stijgt de rente die wordt toegerekend aan de grondexploitaties in 2025 van 1,2% naar 2.5%. Hiermee wordt de berekeningsmethodiek gelijkgetrokken aan de omslagrente die wordt toegerekend aan de investeringen. Bij de Begroting 2025/Tweede herziening 2024 is de verhoging van omslagrente doorgerekend naar de betreffende programma’s, investeringen en grondexploitaties. Daarnaast leiden nieuwe en bijgestelde investeringskredieten en aanpassingen van de ramingen per jaarschijf tot aanpassingen in de toerekening van de omslagrente. Aanpassingen in de omvang van de reserves en voorzieningen leiden tot beperkte renteresultaten.

Bijstelling dividendramingen

Op basis van recente informatie over de deelnemingenportefeuille zijn de te verwachten dividendinkomsten
bijgesteld. Er heeft een actualisatie plaatsgevonden van de dividenden, waarbij de dividenden van Stedin met € 1 mln zijn verhoogd in het huidige jaar (2024).

Kapitaallasten storting RET

In het lopende jaar 2024 vindt een kapitaalstorting naar de RET plaats van € 15 mln. De kapitaallasten van deze storting zijn begroot op € 0,3 mln (2,0% van € 15 mln). De kapitaallasten voor de opvolgende jaren worden bij de voorjaarsnota verwerkt zodra er meer duidelijkheid is over de hiermee samenhangende dividenden.

Mutatie algemene uitkering meicirculaire

Vooruitlopend op aanpassingen van loon- en prijsontwikkelingen door het Rijk en het actualiseren van waarden van maatstaven in het gemeentefonds zijn hiervoor bij de Voorjaarsnota 2024 bedragen geraamd. Op basis van een recente berekening vallen de geactualiseerde bedragen voor 2024 met € 28,8 mln gunstiger uit. Van dit bedrag is € 10,9 mln afkomstig uit de afrekening van het Btw-compensatiefonds (BCF) 2023 en komt € 17,9 mln voort uit actualisatie van maatstaven, de bijstelling naar boven van het verwachte saldo BCF 2024 en een hogere uitkeringsfactor voor 2024 (die vooral het gevolg is van lagere landelijke aantallen voor de maatstaf bijstandsuitkeringen). Voor 2025 is er een negatieve bijstelling van -€ 22,6 mln, van deze bijstelling komt -€ 28 mln door de eenmalige korting die het Rijk gemeenten voor 2025 heeft opgelegd en komt € 5,4 voort uit de herberekening van de bijstelling van het gemeentefonds voor inflatie dat jaar op basis van de augustusraming 2024 van het Centraal Planbureau. Tot slot is er voor 2026 een negatief effect van -€ 7,6 mln door actualisatie van maatstaven, vooral van de maatstaven voor 'waarde van de stad'.

Vrijval budget indexering

Dit gaat om de gedeeltelijke vrijval van een stelpost voor de indexatie op externe inhuur voor de pool project- en programmadirecteuren. Het gaat om een structurele vrijval van € 1,2 mln vanaf 2025. 

Vrijval saldo indexatie

Er heeft een gedeeltelijke vrijval plaatsgevonden van de stelpost voor de dekking van het gestegen prijspeil van lonen en prijzen (indexatie). Deze vrijval bedraagt € 9,3 mln voor het huidige jaar (2024).

Afdracht groeimiddelen aan RIM

Volgens het eigen investeringsbeleid zet het college een derde van de groei van de algemene dekkingsmiddelen in voor investeringen die de groei van de stad mogelijk maken: ‘groei-met-groei’. De algemene dekkingsmiddelen bestaan uit het geheel van de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de algemene belastingen. Deze ‘groeimiddelen’ voegt het college toe aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM). 

Algemene Reserve

Voor een sluitende meerjarenbegroting wordt het geraamde saldo verrekend met de Algemene reserve. Een verloopstaat van de reserve staat op de balanspagina Reserves.

Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor

Bij voorjaarsnota is besloten om de bespaarde rente met ingang van 2025 te verhogen van 2,0% naar 2,5%. Hierdoor zal meer geld aan deze reserve worden toegevoegd. Daarnaast wordt eenmalig, in 2024, € 0,8 mln toegevoegd, ter dekking van de kapitaallasten die uit twee investeringen zullen voortvloeien. Bovendien zal in alle jaren minder geld worden onttrokken, omdat sommige investeringen trager verlopen dan verwacht. Dat er tegelijkertijd juist meer geld zal worden onttrokken, omdat bij voorjaarsnota is besloten dat ook de omslagrente met ingang van 2025 wordt verhoogd van 2,0 % naar 2,5%, weegt hier niet tegen op.

Kredietrisicoreserve

Bij het verstrekken van leningen en het verlenen van garanties loopt de gemeente het risico dat de betrokken partijen niet aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen. Daarvoor betaalt de geldnemer aan de gemeente een renteopslag of garantiepremie, die als voeding dient voor de kredietrisicoreserve. In 2024 bedraagt deze toevoeging aan de kredietrisicoreserve € 277.000.

Taakmutaties Meicirculaire

Bij de meicirculaire 2024 van het Rijk is meegedeeld dat er in het gemeentefonds wijzigingen waren in taakmutaties, en in integratie- en decentralisatie-uitkeringen. De ontvangsten uit het gemeentefonds komen binnen op het programma Algemene middelen. Volgens de gemeentelijke spelregels worden deze budgettair verwerkt bij de betreffende programma’s: Beheer van de stad, Bestaande stad, Cultuur, Dienstverlening, Energietransitie, Onderwijs, Sport en recreatie, Stedelijke ontwikkeling, Werk en inkomen en Zorg, welzijn en wijkteams. Het effect is daarmee budgettair neutraal. De belangrijkste veranderingen zijn de toevoegingen van middelen voor 'Beschermd Wonen' van € 6,2 mln en voor 'Nationaal actieplan dakloosheid' van € 5,8 mln bij het programma Zorg, welzijn en wijkteams.

Technische wijzigingen

In dit programma zijn diverse technische wijzigingen geweest. De grootste wijzigingen zijn:

  • Indexering 2025 en volgende jaren en een Correctie op de indexering 2024 en volgende jaren, de budgetten zijn vanaf het jaar 2025 aangepast naar het prijspeil 2025. Daarnaast zijn de loonbudgetten vanaf 2024 bijgesteld met 0,93% vanwege de cao 2024. Nadere informatie is opgenomen bij Grondslagen.
  • Budgetverschuiving verantwoording: het gaat hierbij om de overheveling van budget voor de jaarlijkse bijdragen van de gemeente Rotterdam aan het Arbeidsmarkts- en Opleidingsfonds (A&O-fonds). Het budget is overgedragen naar het programma Overhead. Deze kosten worden gemaakt vanwege de organisatiebrede bedrijfsvoering. Omdat we in een programmabegroting zoveel mogelijk de kosten willen verantwoorden voor het doel waarvoor ze daadwerkelijk gemaakt zijn, horen deze niet thuis op Algemene Middelen, maar op het programma Overhead. Deze budgetverschuiving is op organisatieniveau budgetneutraal. 

 

Overzicht baten en lasten

Overzicht van baten en lasten Algemene middelenRealisatie 2023Begroting 2024Begroting 2025Raming 2026Raming 2027Raming 2028
Baten exclusief reserves2.302.3772.437.6452.463.9722.420.2712.428.2112.424.691
Bijdragen rijk en medeoverheden
2.201.270
2.330.434
2.355.868
2.308.720
2.312.472
2.307.119
Dividenden
96.610
104.934
108.067
111.809
116.109
118.009
Financieringsbaten
5.186
3.535
1.387
1.091
978
912
Overige opbrengsten derden
196
2
0
0
0
0
Overige baten
-884
-1.260
-1.349
-1.349
-1.349
-1.349
Lasten exclusief reserves-24.932-37.330-13.87837.00246.45843.247
Apparaatslasten
0
0
0
0
0
0
Inhuur
0
0
0
0
0
0
Overige verrekeningen
0
0
0
0
0
0
Overige verrekeningen
0
0
0
0
0
0
Programmalasten
-24.932
-37.330
-13.878
37.002
46.458
43.247
Financieringslasten
15.375
27.680
50.558
68.350
77.051
77.456
Inkopen en uitbestede werkzaamheden
4.035
1.965
29.371
75.875
85.843
86.930
Kapitaallasten
-45.129
-67.314
-94.147
-107.563
-116.777
-121.479
Overige programmalasten
127
340
340
340
340
340
Subsidies en inkomensoverdrachten
661
0
0
0
0
0
Reserves
8.069
-33.718
-43.191
-122.982
-180.742
-206.381
Onttrekking reserves204.773170.51793.70655.11247.45846.047
Algemene Reserve
109.203
0
26.888
0
0
0
Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling
0
54
0
0
0
0
Bestemmingsreserve Taakmutaties Gemeentefonds
0
4.069
0
0
0
0
Rotterdams Investeringsmotor
95.571
166.394
66.818
55.112
47.458
46.047
Toevoeging reserves198.603204.235136.897178.093228.200252.428
Algemene Reserve
0
86.169
0
44.086
42.933
47.543
Bestemmingsreserve NPRZ
20.500
15.500
15.400
11.500
1.500
1.500
Bestemmingsreserve Taakmutaties Gemeentefonds
4.069
0
0
0
0
0
Kredietrisicoreserve
352
277
0
0
0
0
Rotterdams Investeringsmotor
173.682
102.288
121.497
122.507
183.766
203.385
Vrijval reserves1.89900000
Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling
0
0
0
0
0
0
Bestemmingsreserve Taakmutaties Gemeentefonds
1.899
0
0
0
0
0

Toelichting overzicht baten en lasten

Baten

De baten bestaan uit de bijdragen van het Rijk en medeoverheden (onder andere het gemeentefonds), dividenden en financieringsbaten over verstrekte leningen en garanties.

Lasten

De twee grote posten onder de programmalasten bestaan uit de financieringslasten over extern aangetrokken geldleningen en de kapitaallasten, waaronder de interne verrekening van de omslagrente plaatsvindt. Verder zijn de belangrijkste posten onder ‘Inkopen en uitbestede werkzaamheden’ de organisatiebrede stelposten. Deze zijn bedoeld voor de opvang van de nog over de programma’s te verdelen organisatiebrede taakstellingen, zoals Kiezen voor Rotterdam, en van de trendcorrecties.

Reserves

De reserves die onder het programma Algemene middelen zijn opgenomen, zijn een aantal organisatiebrede reserves. Het gaat hoofdzakelijk om de Algemene reserve, de Kredietrisicoreserve, de Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) en de bestemmingsreserves Taakmutaties gemeentefonds.

Meerjarig verloop

De berekening van het verloop is gebaseerd op de meicirculaire Gemeentefonds 2024 van het Rijk, de meerjarige dividendramingen van onze deelnemingen en de meerjarige investeringsplannen van de gemeente.

Door toename van de rijksbijdragen en de dividenden stijgen de totale baten in 2025 ten opzichte van de begroting van 2024, ondanks de afnemende financieringsbaten. In 2026 volgt er een afname ten opzichte van 2025 door afnemende rijksbijdragen. Vervolgens is er voor 2027 een stijging voorzien ten opzichte van 2026 door toenemende rijksbijdragen en dividenden. Ten slotte is er een daling te zien in de totale baten van 2028 ten opzichte tot 2027, veroorzaakt door afnemende rijksbijdragen. Er is een stijgende trend in de dividenden, en een dalende trend in de financieringsbaten voor de jaren 2024 tot en met 2028. Verder beïnvloeden diverse stelposten het meerjarige saldo. Deze stelposten zijn vooralsnog centraal verwerkt.

 

Programma en Rotterdamse taakvelden

Saldo programma Algemene middelen/Rotterdams taakveldBegroting 2024Begroting 2025Raming 2026Raming 2027Raming 2028
Algemene middelen2.441.2562.434.6602.260.2872.201.0112.175.062
Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds2.324.7942.355.8862.308.7372.312.4902.307.136
Overige baten en lasten - Beheer algemene middelen23.665-11.489-141.087-207.638-230.093
Treasury92.79890.26392.63796.15998.019

Reserves

Onder dit programma vallen de volgende reserves:

Toelichting reserves

Algemene Reserve

De algemene reserve behoort tot het weerstandsvermogen. Het betreft vrij aanwendbare middelen, die worden in gezet om het begrotingsbeeld sluiten te houden en om onvoorziene financiële risico’s op te vangen, bijvoorbeeld risico's die ontstaan bij een of meer van de programma's.

Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM)

Deze reserve is bedoeld om op een transparante manier investeringslasten te dekken. Waarbij de verschillende cilinders elk een eigen doel hebben die betrekking hebben op investeringen die vanuit de programma's gedaan worden.

Bestemmingsreserve Taakmutaties Gemeentefonds

De onttrekkingen aan de reserve vinden plaats op dit programma, maar ook op andere programma’s. De bestemmingsreserve betreft nog niet door de uitvoerende clusters geclaimde of ingedaalde rijksmiddelen met een specifieke doelstelling / taakstelling die bij Beheer Algemene Middelen gereserveerd zijn voor latere jaren. Dit betreft de volgende programma's: Beheer van de stad, Bestaande stad, Cultuur, Dienstverlening, Energietransitie, Onderwijs, Sport en recreatie, Stedelijke ontwikkeling, Werk en inkomen en Zorg, welzijn en wijkteams

Kredietrisicoreserve

Er zijn geen onttrekkingen aan deze bestemmingsreserve begroot, omdat de Kredietrisicoreserve dient ten behoeve van de risico's met betrekking tot de leningen- en garantieportefeuille.