Belangrijkste bijstellingen
Hieronder is een overzicht opgenomen van de belangrijkste bijstellingen die in deze begroting worden voorgesteld. Een uitgebreide toelichting op de wijzigingen staat onder het kopje Financiën van het programma waarop de bijstelling van toepassing is. Een overzicht van alle bijstellingen is te vinden onder het kopje Samenvatting bijstellingen. Het verloop van begrotingsbijstellingen per programma over de verschillende P&C-producten heen, staat onder het kopje Vergelijking begrotingssaldi. Ook is er weer een Excel-bestand beschikbaar met alle begrotingsbijstellingen sinds de Begroting 2024.
Mutatie algemene uitkering meicirculaire
Vooruitlopend op aanpassingen van loon- en prijsontwikkelingen door het Rijk en het actualiseren van waarden van maatstaven in het gemeentefonds zijn hiervoor bij de Voorjaarsnota 2024 bedragen geraamd. Op basis van een recente berekening vallen de geactualiseerde bedragen voor 2024 met € 28,8 mln gunstiger uit. Van dit bedrag is € 10,9 mln afkomstig uit de afrekening van het BTW-compensatiefonds (BCF) 2023 en komt € 17,9 mln voort uit actualisatie van maatstaven, de bijstelling naar boven van het verwachte saldo BCF 2024 en een hogere uitkeringsfactor voor 2024 (die vooral het gevolg is van lagere landelijke aantallen voor de maatstaf bijstandsuitkeringen). Voor 2025 is er een negatieve bijstelling van -€ 22,6 mln, van deze bijstelling komt -€ 28 mln door de eenmalige korting die het Rijk gemeenten voor 2025 heeft opgelegd en komt € 5,4 voort uit de herberekening van de bijstelling van het gemeentefonds voor inflatie op basis van de augustusraming 2024 van het Centraal Planbureau. Tot slot is er voor 2026 een negatief effect van -€ 7,6 mln door actualisatie van maatstaven, vooral van de maatstaven voor 'waarde van de stad'.
Actualisatie rente
De financiering van de gemeentelijke investeringen vindt plaats met geld dat de gemeente al gespaard heeft in de vorm van reserves en voorzieningen. Dat zijn de interne financieringsmiddelen. Is er nog meer financiering nodig, dan gebeurt dat met geld dat de gemeente leent. Door eigen geld in te zetten en geen lening aan te gaan, hoeft de gemeente geen rente te betalen. De gemeente bespaart dan dus rentelasten. In plaats daarvan wordt een rentevergoeding gerekend over de reserves en voorzieningen. Dit wordt de 'bespaarde rente' genoemd. De bespaarde rente wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM).
De totale gemeentelijke financieringskosten bestaan daarmee uit de externe rentelasten over de opgenomen geldleningen en de bespaarde rente over de interne financieringsmiddelen. De gemeente werkt met een omslagrentemethodiek. Dat wil zeggen dat de gemeentelijke financieringskosten via het programma Algemene Middelen worden toegerekend aan de gemeentelijke programma's, investeringen en grondexploitaties waarvoor deze kosten zijn bedoeld.
De hoger blijvende marktrente leidt tot een stijging van de omslagrente en de bespaarde rente van 2% naar 2,5%, vanaf 2025. Door de wijzigingen in het BBV stijgt de rente die wordt toegerekend aan de grondexploitaties in 2025 van 1,2% naar 2.5%. Hiermee wordt de berekeningsmethodiek gelijkgetrokken aan de omslagrente die wordt toegerekend aan de investeringen. Bij de Begroting 2025/Tweede herziening 2024 is de verhoging van omslagrente doorgerekend naar de betreffende programma’s, investeringen en grondexploitaties.
Afdracht groeimiddelen aan Rotterdamse Investeringsmotor (RIM)
Volgens het eigen investeringsbeleid zet het college een derde van de groei van de algemene dekkingsmiddelen in voor investeringen die de groei van de stad mogelijk maken: ‘groei-met-groei’. De algemene dekkingsmiddelen bestaan uit het geheel van de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de algemene belastingen. Deze ‘groeimiddelen’ voegt het college toe aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM).
Vrijval saldo indexatie
Er heeft een gedeeltelijke vrijval plaatsgevonden van de stelpost voor de dekking van het gestegen prijspeil van lonen en prijzen (indexatie). Deze vrijval bedraagt € 9,3 mln voor het huidige jaar (2024).
Jeugdhulp persoonsgebonden budget
In de Voorjaarsnota 2024 is het budget voor de persoonsgebonden budget jeugd onterecht vrijgevallen. Dit wordt met deze bijstelling hersteld.
Derving Omgevingswet leges
De leges Omgevingswet blijven achter ten opzichte van de begroting. De invoering van de nieuwe omgevingswet lijkt hiervoor een grote verklarende factor. Een aantal grote bouwaanvragen zijn een jaar eerder dan verwacht ingediend, waardoor deze leges niet in 2024, maar al in 2023 werden gerealiseerd. Daarom wordt de begroting voor € 6,5 mln bijgesteld. Dit tekort wordt gedeeltelijk opgevangen door het restant van € 1,4 mln uit de egalisatiereserve bouwleges, waardoor er een onvermijdelijke ramingsbijstelling overblijft van € 5,1 mln.
Kiezen voor Rotterdam
Kiezen voor Rotterdam was als organisatieopgave begroot bij het programma Algemene middelen en is in de Begroting 2025 meerjarig verdeeld over alle programma's. De bijstelling is gemeentebreed € 0. Een uitgebreide toelichting is te vinden in de paragraaf Bedrijfsvoering, Organisatieontwikkeling.