Begroting 2025

Financieel beeld 2024-2028

Paginanummer in website: 6

Financieel beeld 2024-2028

Onder het Financieel beeld 2024-2028 wordt op hoofdlijnen het meerjarige financiële beeld toegelicht:

  • de grootste mee- en tegenvallers die leiden tot de belangrijkste bijstellingen van de meerjarige begroting
  • de ontwikkeling van de belangrijkste financiële kengetallen die inzicht geven in de financiële gezondheid van de gemeente
  • en de ontwikkeling van de gemeentelijke reserves

De Begroting 2025 is een nadere uitwerking en actualisatie van de Voorjaarsnota 2024. Bij de Voorjaarsnota 2024 heeft de integrale afweging van beleidskeuzes en het bijbehorend financieel kader plaatsgevonden. Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2024 is, in de nu voorliggende Begroting 2025, de algemene reserve en ook het weerstandsvermogen op peil gehouden.

 

Belangrijkste bijstellingen

Hieronder is een overzicht opgenomen van de belangrijkste bijstellingen die in deze begroting worden voorgesteld. Een uitgebreide toelichting op de wijzigingen staat onder het kopje Financiën van het programma waarop de bijstelling van toepassing is. Een overzicht van alle bijstellingen is te vinden onder het kopje Samenvatting bijstellingen. Het verloop van begrotingsbijstellingen per programma over de verschillende P&C-producten heen, staat onder het kopje Vergelijking begrotingssaldi. Ook is er weer een Excel-bestand beschikbaar met alle begrotingsbijstellingen sinds de Begroting 2024.

Mutatie algemene uitkering meicirculaire

Vooruitlopend op aanpassingen van loon- en prijsontwikkelingen door het Rijk en het actualiseren van waarden van maatstaven in het gemeentefonds zijn hiervoor bij de Voorjaarsnota 2024 bedragen geraamd. Op basis van een recente berekening vallen de geactualiseerde bedragen voor 2024 met € 28,8 mln gunstiger uit. Van dit bedrag is € 10,9 mln afkomstig uit de afrekening van het BTW-compensatiefonds (BCF) 2023 en komt € 17,9 mln voort uit actualisatie van maatstaven, de bijstelling naar boven van het verwachte saldo BCF 2024 en een hogere uitkeringsfactor voor 2024 (die vooral het gevolg is van lagere landelijke aantallen voor de maatstaf bijstandsuitkeringen). Voor 2025 is er een negatieve bijstelling van -€ 22,6 mln, van deze bijstelling komt -€ 28 mln door de eenmalige korting die het Rijk gemeenten voor 2025 heeft opgelegd en komt € 5,4 voort uit de herberekening van de bijstelling van het gemeentefonds voor inflatie op basis van de augustusraming 2024 van het Centraal Planbureau. Tot slot is er voor 2026 een negatief effect van -€ 7,6 mln door actualisatie van maatstaven, vooral van de maatstaven voor 'waarde van de stad'.

Actualisatie rente

De financiering van de gemeentelijke investeringen vindt plaats met geld dat de gemeente al gespaard heeft in de vorm van reserves en voorzieningen. Dat zijn de interne financieringsmiddelen. Is er nog meer financiering nodig, dan gebeurt dat met geld dat de gemeente leent. Door eigen geld in te zetten en geen lening aan te gaan, hoeft de gemeente geen rente te betalen. De gemeente bespaart dan dus rentelasten. In plaats daarvan wordt een rentevergoeding gerekend over de reserves en voorzieningen. Dit wordt de 'bespaarde rente' genoemd. De bespaarde rente wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM).

De totale gemeentelijke financieringskosten bestaan daarmee uit de externe rentelasten over de opgenomen geldleningen en de bespaarde rente over de interne financieringsmiddelen. De gemeente werkt met een omslagrentemethodiek. Dat wil zeggen dat de gemeentelijke financieringskosten via het programma Algemene Middelen worden toegerekend aan de gemeentelijke programma's, investeringen en grondexploitaties waarvoor deze kosten zijn bedoeld.

De hoger blijvende marktrente leidt tot een stijging van de omslagrente en de bespaarde rente van 2% naar 2,5%, vanaf 2025. Door de wijzigingen in het BBV stijgt de rente die wordt toegerekend aan de grondexploitaties in 2025 van 1,2% naar 2.5%. Hiermee wordt de berekeningsmethodiek gelijkgetrokken aan de omslagrente die wordt toegerekend aan de investeringen. Bij de Begroting 2025/Tweede herziening 2024 is de verhoging van omslagrente doorgerekend naar de betreffende programma’s, investeringen en grondexploitaties.

Afdracht groeimiddelen aan Rotterdamse Investeringsmotor (RIM)

Volgens het eigen investeringsbeleid zet het college een derde van de groei van de algemene dekkingsmiddelen in voor investeringen die de groei van de stad mogelijk maken: ‘groei-met-groei’. De algemene dekkingsmiddelen bestaan uit het geheel van de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de algemene belastingen. Deze ‘groeimiddelen’ voegt het college toe aan de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM).

Vrijval saldo indexatie

Er heeft een gedeeltelijke vrijval plaatsgevonden van de stelpost voor de dekking van het gestegen prijspeil van lonen en prijzen (indexatie). Deze vrijval bedraagt € 9,3 mln voor het huidige jaar (2024).

Jeugdhulp persoonsgebonden budget

In de Voorjaarsnota 2024 is het budget voor de persoonsgebonden budget jeugd onterecht vrijgevallen. Dit wordt met deze bijstelling hersteld.

Derving Omgevingswet leges

De leges Omgevingswet blijven achter ten opzichte van de begroting. De invoering van de nieuwe omgevingswet lijkt hiervoor een grote verklarende factor. Een aantal grote bouwaanvragen zijn een jaar eerder dan verwacht ingediend, waardoor deze leges niet in 2024, maar al in 2023 werden gerealiseerd. Daarom wordt de begroting voor € 6,5 mln bijgesteld.  Dit tekort wordt gedeeltelijk opgevangen door het restant van € 1,4 mln uit de egalisatiereserve bouwleges, waardoor er een onvermijdelijke ramingsbijstelling overblijft van € 5,1 mln.

Kiezen voor Rotterdam

Kiezen voor Rotterdam was als organisatieopgave begroot bij het programma Algemene middelen en is in de Begroting 2025 meerjarig verdeeld over alle programma's. De bijstelling is gemeentebreed € 0. Een uitgebreide toelichting is te vinden in de paragraaf Bedrijfsvoering, Organisatieontwikkeling.

 

Overzicht belangrijkste financiële bijstellingen

Begroting

2024

Begroting

2025

Raming

2026

Raming

2027

Raming

2028

Programma
Mutatie algemene uitkering meicirculaire 28.797 -22.562 -7.619 0 0 Algemene middelen
Actualisatie rente 4.136 -625 -1.332 -1.653 -2.050 Algemene middelen
Afdracht groeimiddelen aan RIM -5.360 0 0 0 0 Algemene middelen
Vrijval saldo indexatie 9.336 0 0 0 0 Algemene middelen
Jeugdhulp persoonsgebonden budget -14.091 0 0 0 0 Zorg, welzijn en wijkteams
Derving Omgevingswet leges -5.078 0 0 0 0 Bestaande stad

Financiële kengetallen

Voor de sturing op en de verantwoording over de financiële positie van de gemeente wordt gebruikgemaakt van verschillende financiële kengetallen. Hieronder worden de twee belangrijkste financiële kengetallen kort toegelicht. Wilt u meer weten over de financiële kengetallen, ga dan naar de paragraaf Financiële kengetallen.

Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen geeft een indicatie van de mate waarin de gemeente in staat is om niet begrote financiële tegenvallers op te vangen, zonder de noodzaak om direct te bezuinigen. Het college streeft naar een weerstandsvermogen van tenminste 1,0 in alle jaren.

Het college heeft als uitgangspunt om de rekening van de stijgende kosten zo min mogelijk bij de Rotterdammers neer te leggen. Besparingen moeten zo min mogelijk ten koste gaan van de uitvoering en de dienstverlening aan de Rotterdammers. De besparingen die bij Voorjaarsnota 2024 zijn getroffen, zullen pas in latere jaren geëffectueerd kunnen worden. Dit betekent dat een tijdelijke dip in het weerstandsvermogen in 2025 wordt geaccepteerd. Het weerstandsvermogen is vanaf 2026 tenminste 1,0.

 

Begroting 2024

Begroting 2025

Raming 2026

Raming 2027

Raming 2028

Voorjaarsnota 2024 1,13 0,68 1,00 1,22 1,46
Begroting 2025 1,74 0,80 1,02 1,15 1,40

Structureel exploitatiesaldo

Het structureel exploitatiesaldo geeft inzicht in de mate waarin de structurele lasten, inclusief de structurele toevoegingen aan reserves, gedekt zijn door structurele baten, inclusief de structurele onttrekkingen aan reserves. In 2024 en 2025 is het structureel exploitatiesaldo negatief. De maatregelen die bij Voorjaarsnota 2024 zijn getroffen hebben effect in 2026 en de jaren daarna. Vanaf 2026 is het structureel exploitatiesaldo dan ook weer positief. Dit betekent dat de gemeente Rotterdam in die jaren de structurele lasten kan dekken door structurele baten en dus voldoet aan de daarvoor gestelde eisen.

 

Begroting 2024

Begroting 2025

Raming 2026

Raming 2027

Raming 2028

Voorjaarsnota 2024 -74 -22 90 138 166
Begroting 2025 -74 -83 41 118 158
 

Reserves

Omvang en ontwikkeling reserves

Het totaal van de reserves neemt in 2025 eerst af door de onttrekking aan de Algemene reserve. Vanaf 2025 neemt het totaal aan reserves licht toe. De stijging in die jaren komt door een hogere Algemene reserve en de bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM). De Algemene reserve stijgt door een positief exploitatieresultaat in alle jaren, behalve in 2025. De RIM stijgt door het terugbetalen van de lening vanuit de RIM.

Zoals gebruikelijk wordt er rekening gehouden met het effect van de jaarrekening ondanks dat de gemeenteraad hier ten tijde van publicatie van de begroting nog niet over heeft besloten.

In het hoofdstuk Financiën is een totaaloverzicht opgenomen van alle reserves.

Totaal reserves

31-12-2024

31-12-2025

31-12-2026

31-12-2027

31-12-2028

Voorjaarsnota 2024 2.468.051   2.459.800 2.564.205 2.716.826 2.898.335
Begroting 2025  2.491.483   2.441.859  2.515.534   2.665.481  2.859.217

 

Top 10 reserves

31-12-2024

31-12-2025

31-12-2026

31-12-2027

31-12-2028

Bestemmingsreserve Rotterdamse Investeringsmotor (RIM) 1.928.015 1.965.703 2.021.024 2.146.305 2.298.119
Bestemmingsreserve Nationaal Programma Rotterdam Zuid 154.782  156.458  159.515 151.258    150.236
Algemene Reserve 106.988 80.100 124.186 167.119 214.662
Bestemmingsreserve Doorbouwfonds 50.788 50.788 50.788 50.788 50.788
Bestemmingsreserve Duurzaamheidstransitiebudget 28.575 18.157 17.432 17.432 17.432
Bestemmingsreserve Bodem 26.536 20.266 16.926  14.166 11.406
Bestemmingsreserve BUIG 25.528 25.528 25.528 25.528 25.528
Kredietrisicoreserve 19.841 19.841 19.841 19.841 19.841
Bestemmingsreserve Rivierahal Blijdorp 17.100 12.140 7.100 2.060 180
Bestemmingsreserve Gebiedsontwikkeling 13.864 13.773 15.373 16.973 19.173
Overige bestemmingsreserves 119.466 79.105 57.821 54.011 51.852
Totaal 2.491.483 2.441.859  2.515.534  2.665.481 2.859.217

Investeringen

In de paragraaf Investeringen worden alle nieuwe en lopende investeringen gepresenteerd.